Het was niet alleen het kwartet van de rariteiten Giervalk, Brileider, Kleine Kokmeeuw en Steppeklapekster dat op 8 en 19 oktober jl. Texel op stelten zette. De massale doorkomst van Pimpelmezen bracht vogelaars evenzeer tot opwinding – een getuige bekende zelfs deze imposanter te vinden dan het bijzondere kwartet.
Gestuwde trek langs de kust
Hetgeen zich in pimpeltjesland voltrok was ongekend. Van Vlieland kwam het bericht dat pimpelmezen met honderden door de straten van Oost-Vlieland ‘dwarrelden’. Op één van de foto’s kun je een met pimpels bezaaide voedertafel zien. Degene die zich op Texel kon onttrekken aan de verlokkingen van de zeldzaamheden
kon op de noordpunt terecht om de passage van pimpelmezen te aanschouwen: ruim 36.000 in nog geen drie uur. Ook op andere trektelposten ging het los. De telpost-bemanning van Westenschouwen rapporteerde over een voortdurende doortrek van laagvliegende pimpels, uur na uur en golf na golf. Hoewel in het binnenland wat minder, was daar eveneens een ver boven modaal doortrek-aanbod van pimpeltjes. In het 0.20 x 0.20 centimeter metende vogelbadje in mijn dorpstuin poedelden er vijf tegelijk, een vertederend tafereel dat een huisvriendin tot de uitroep ‘schattig’ bracht.
Berucht bij vogelringers
Het woord ‘schattig’ zal niet zijn opgekomen bij ringers die gevangen pimpelmezen uit hun nylonnetten frutselden. Hun verzet is legendarisch en heeft menig vogelringer bloedende vingers opgeleverd. Feilloos weten ze een stukje vingerhuid of een nagelriem muurvast in hun priemsnaveltje te vatten waarna ze gaan draaien. Ik ben best gesteld op vogelsoorten die zich krachtig teweerstellen tegen het schepsel mens. Maar het gefrunnik om pimpeltjes uit nylonnetten te verlossen, destijds op De Beer of in het tuintje in Vreewijk Rotterdam, verliep van mijn kant niet geluidloos. Ik heb dan ook moeten denken aan de vingers van op ringstations actief zijnde vogelaars. Zij moesten de voorbije weken niet te bevatten aantallen Pimpelmezen uit netten bevrijden en ringen.
Oorzaken van deze invasie
Bij de gevangen vogels bevonden zich exemplaren met een Moskouse ring of uit Litouwen. Dat geeft de oorsprong aan van de pimpeltsunami. Niet uit Scandinavië, hetgeen de doortrekcijfers in Falsterbo illustreren, maar uit Oost-Europa of misschien nog van verder.
Aannemelijk is dat de pimpel-tsunamie voorkomt uit voedselomstandigheden en een productief verlopen broedseizoen. Bij gunstige voedselzomers kunnen ze tweemaal per seizoen broeden en tot een legsel van twaalf eieren komen. Dus reken maar uit. Tot hoever in West-Europa zo’n invasie kan reiken en hoeveel erin slagen in het voorjaar terug te keren naar hun uitvlieglocaties zijn vragen.
Pensionado-vogelaars zullen zich de notenkrakerinvasie van 1968 herinneren. Toen bereikten de volhouders Lands End in Cornwall, het uiterste zuidwestpuntje van Zuidwest-Engeland. Hoe dan ook, de pimpelmees-invasie inspireerde ook onze wildlife-artists. Geniet en bewonder!















Eén reactie
Wat jammer dat jullie een foto publiceren van mezen op een levensgevaarlijk voedernetje.
De vogel kan hierin verstrikt raken met desastreuze gevolgen.