Onderdeel van Pixfactory

Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis

Rosse Stekelstaart

Oxyura jamaicensis

Dit kleine eendje uit Amerika is te herkennen aan een opvallend rechtopstaand staartje. De vogels die in Nederland gezien worden zijn meestal ontsnapte exemplaren.

Fotograaf: Luc Meert

Herkenning

 

De Rosse Stekelstaart is een kleine eend, die al duikend onder water naar voedsel zoekt. Vaak zwemt hij met opgerichte staartveren. Volwassen mannetjes in prachtkleed zijn dan onmiskenbaar, ook dankzij de blauwe snavel, het witte gezicht, de zwarte kopkap en het roodbruine lichaam. De kleuren van vrouwtjes, jonge vogels en volwassen mannetjes in eclipskleed zijn minder uitgesproken; de snavelkleur is grijzig, de kopkap donkerbruin en de lichaamsveren bruin gevlekt. Ook verschillen zij van volwassen mannetjes in prachtkleed door de donkere streep die van de snavelbasis over de oorstreek naar de achterkop loopt.

Er worden drie ondersoorten onderscheiden, namelijk de nominaatvorm uit Noord-Amerika, O. j. andina uit Colombiaanse Andesgebergte en O. j. ferruginea uit Zuid-Amerika (Ogilvie & Young 1998). De exemplaren in Europa behoren tot de nominaatvorm. Mannetjes van de ondersoort O. j. ferruginea hebben een nagenoeg geheel zwarte kop en ook de ondersoort O. j. andina kenmerkt zich door een donkerdere koptekening.

 

Verspreiding

De Rosse Stekelstaart komt van oorsprong voor in Noord-en Zuid-Amerika. Het eerste Nederlandse broedgeval stamt uit 1973, toen een paartje zich ophield in de Nieuwkoopse Plassen in Zuid-Holland (Teixeira 1979). In de daaropvolgende jaren was er nauwelijks sprake van aanwas; rond 2000 werd het aantal geschat op 1-5 broedparen. Sindsdien is het aantal broedparen en overwinteraars in sterkere mate toegenomen. Rond 2007 bedroeg het aantal broedparen ongeveer 20 en waren er maximaal 100 overwinteraars. Waarnemingen zijn bekend uit alle provincies maar de belangrijkste concentraties bevinden zich op de Vogelplas Starrevaart bij Leidschendam, het Markiezaatsmeer in het uiterste zuidwesten van Noord-Brabant en het Oostvaardersplassengebied in Flevoland. Zie ook Link.

Verplaatsingen

De noordelijkste delen van het broedgebied in Noord-Amerika en de zuidelijkste in Zuid-Amerika worden ‘s winters verlaten. In Europa verplaatsen Rosse Stekelstaarten zich daarentegen slechts over korte afstanden tussen de broed- en overwinteringsgebieden. Mogelijk zwerven jonge vogels iets verder uit. Tijdens strenge winters kunnen Britse vogels incidenteel naar het continent uitwijken (Madge & Burn 1988). Het seizoenspatroon van de Nederlandse vogels, afkomstig uit gegevens van SOVON en waarneming.nl, laat zien dat het grootste aantal waarnemingen afkomstig is uit het winterhalfjaar. Of dat komt doordat vogels van elders in ons land overwinteren of dat het hoofdzakelijk te wijten is aan een waarnemerseffect is nog onduidelijk.

Biotopen

 

De Rosse Stekelstaart broedt op relatief kleine, met riet omzoomde meren en plassen. Buiten het broedseizoen wordt de soort ook aangetroffen op grotere wateren. De soort komt hoofdzakelijk op zoet water voor. De Noord-Amerikaanse broedvogels worden veelal op laaggelegen meren aangetroffen, terwijl de Zuid-Amerikaanse populaties juist op bergmeren voorkomen.

 

Levenswijze

 

De Rosse Stekelstaart voedt zich met insectenlarven, wormen, kreeftachtigen en zaden van waterplanten (Cramp & Simmons 1997). De dieren zijn meestal na twee jaar geslachtsrijp. Het nest, dat door het vrouwtje wordt gebouwd, bestaat uit een drijvend platform van riet en andere plantaardige materialen, verankerd aan de oevervegetatie. De 6-10 eieren worden met tussenpozen van anderhalve dag gelegd en vanaf het laatste ei gedurende 25-26 dagen bebroed. Het wijfje neemt het broeden voor haar rekening en zorgt doorgaans ook als enige oudervogel voor de jongen. Ze kunnen zich daarbij tamelijk teruggetrokken gedragen. Na 50-55 dagen zijn de jongen vliegvlug. Het is onbekend of mannetjes er één of meerdere vrouwtjes op nahouden (Groot 1997).

 

Schade en Nut

 

De Rosse Stekelstaart vormt vooral in Spanje een bedreiging voor de wereldwijd zeldzame Witkopeend; beide soorten hybridiseren met elkaar waardoor het voortbestaan van een zuivere populatie van Witkopeenden onder druk kan komen te staan. Vooral in Spanje en Groot-Brittannië zijn daarom maatregelen getroffen die hybridisatie tussen Witkopeend en Rosse Stekelstaart moeten tegengaan (Hughes et al. 2006). De Witkopeend is in Nederland overigens een dwaalgast, waarvan in de periode 1851-2007 slechts 15 exemplaren zijn vastgesteld (Ovaa et al. 2008).

In het najaar van 2008 heeft minister Verburg van LNV de provincies opgeroepen om werk te maken van de bestrijding van de Rosse Stekelstaart (Link). De minister wees daarbij op afspraken die waren gemaakt met andere Europese landen en op de actieve bestrijding die reeds in Groot-Brittannië, Spanje, Frankrijk en België plaatsvond. In Groot-Brittannië waren op dat moment al ruim 3600 Rosse Stekelstaarten gedood.

 

Laatste waarnemingen

Foto's