Onderdeel van Pixfactory

Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis

Rosse Grutto

Limosa lapponica

De rosse grutto lijkt wel wat op de gewone grutto. In het zomerkleed zijn de mannen prachtig bruinrood. Opvallend is dat de mannen kleiner zijn dan de vrouwtjes. De trek van de rosse grutto is goed onderzocht en daar hebben Nederlandse ecologen een belangrijke rol in gehad. De vogels die op doortrek in ons Waddengebied en de Delta pleisteren, broeden in het noorden van Scandinavië, Rusland en Siberië en overwinteren grotendeels in West-Afrika. Toch zijn rosse grutto’s bijna het hele jaar door te zien in onze kustgebieden. Maar begin mei is wel de uitgesproken seizoenspiek voor deze soort.

Rosse Grutto
Fotograaf: Bert Ooms

Herkenning

33-42 cm. Vrouwtje groter en met langere snavel dan mannetje. Snavel echter iets omhooggebogen, poten korter en heeft zwaarder lichaam. Mannetje heeft in zomerkleed donkere rossige onderdelen, zwartgeblokte bovendelen, gestreepte kruin en witte wenkbrauwstreep. Vrouwtje als mannetje, maar onderdelen lichter en vaak met witte buik. In winterkleed hebben beide sexen grijze bovendelen en witte onderdelen. Stuit wit, loopt door in wig op onderrug, witte, zwart gebandeerde staart, heeft geen vleugelstreep. Juveniel wit of rozig van onderen, maar lijkt verder sterk op adult, met wulpachtige tekening op bovendelen. Lijkt in vlucht meer op regenwulp dan op grutto. Vaak in enorme groepen in getijdegebieden op moddervlaktes, soms ook in lage aantallen aan zandige kusten. Zeldzaam in binnenland.

Verspreiding

Broedt van Noord-Scandinavië tot in Alaska. Trekt in de winter naar kustgebieden in Noordwest-Europa, Afrika, zuidelijk Azië en Oceanië. In Nederland een doortrekker en wintergast in groot aantal.

Biotopen

Op trek en tijdens het overwinteren voornamelijk op zanderige wadplaten. In voorjaar ook bij de kust op graslanden met veel emelten en soms aan het strand.

Levenswijze

Voedsel
Boort in bodem naar ongewervelden. Eet gedurende broedseizoen ook insecten en plantaardig materiaal.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4, soms 3 of 2. Buikig, ovaal of peervormig. Glad en enigszins glanzend. Licht tot middel olijfkleurig of groen. Getekend met kleine vlekken, spikkels en stippen van donkerbruin of olijfbruin en lichter grijs. Op schalen met donkergroene grondkleur zijn de tekens onopvallend en herinneren aan die van de eieren van de grutto, maar op andere schalen zijn de tekens fors en kunnen gelijkmatig en tamelijk dicht verspreid zijn, of schaarser en geconcentreerd naar de stompe pool. Formaat 53,1 x 37,3 mm.

Geluid

Roep lijkt op die van kanoetstrandloper, nasaal ‘wèèp’ of ‘kurruk’. Zang snel herhaald ‘kuklie kuklie’ en ‘kiekiekuu’.

Laatste waarnemingen

Lees verder over

Vogels vergelijken

Geluidsopnames

Foto's