Alles over ons magazine
Alles over ons magazine
Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
Alles over ons magazine
De roodkeelduiker broedt ten noorden van ons land in Scandinavië, Siberië en IJsland. Langs de kust kun je ze vaak zien langstrekken, maar soms blijft ook een exemplaar een tijdje ergens pleisteren in het binnenland.
53-69 cm. Kleinste duiker. In broedkleed met egaal donker grijsbruine bovendelen, grijze kop en zijden van nek, dof rode keelvlek. In winterkleed bovendelen met fijne witte vlekken; witte wangen en teugels en donkere kruin tot aan oog of oorstreek. Onderdelen wit. ’s Winters is basiskleur van bovendelen van adult grijzer, minder bruinig, dan bij andere duikers. Ondersnavel met kenmerkende hoek die indruk van opgewipte snavel geeft.
Broedt in Alaska, noordelijk Canada, Groenland, Noord-Europa en Rusland. Overwintert op kustwateren in de noordelijke Grote Oceaan, de oostkust van de Verenigde Staten en kustwateren in Europa en op de Zwarte en de Kaspische Zee. In Nederland een doortrekker en wintergast in vrij klein aantal.
Voornamelijk op zee, maar ook wel op meren, plassen en rivieren in binnenland.
Voedsel
Voornamelijk vis, onder water met de snavel gevangen op diepten van 2-9 m.
Eieren
Aantal eieren in legsel normaal 2, zelden 1 of 3. Gewoonlijk langwerpig buikig, maar variërend. Vaak glanzend, meer dan bij andere soorten. Olijfbruin, soms groenachtig of donkerbruin. Getekend met schaarse zwartachtige stippen en vlekken. 74,9 x 48,3 mm.
In broedgebied een laag gutturaal ‘kwuk-kwuk-kwuk’.
De roodkeelduiker is in Nederland een wintergast die je voornamelijk langs de Noordzeekust kunt zien. Slechts een klein deel overwintert in het binnenland. Een van de beste plekken om deze duiker te zien is de Brouwersdam in Zeeland. Als je het een beetje treft, kun op een mooie winterse dag enkele tientallen roodkeelduikers zien. Broeden doen ze niet in Nederland, daarvoor moet je naar Schotland, Scandinavië, IJsland of zelfs Siberië. In het broedseizoen zijn roodkeelduikers werkelijk adembenemend mooi, ze hebben dan een donkerrode keelvlek waar ze hun naam aan te danken hebben. In de winter is de keel wit en de nek grijs en is de vogel veel minder spectaculair gekleurd.
In de winter hebben het mannetje en het vrouwtje hetzelfde grijswitte winterkleed. De keel, hals en borst(1) zijn wit, de nek en rug(2) zijn grijs tot donkergrijs gekleurd. Het oog(3) is rood gekleurd en voor het oog(4) is een witte band te zien en de snavel(5) lijkt iets opgewipt maar dat heeft vooral met de houding van de kop te maken. Hij houdt namelijk zijn kop schuin omhoog waardoor het lijkt dat de snavel iets omhoog is gericht.
Het zomerkleed van de roodkeelduiker is spectaculair gekleurd en getekend. Vooral de kop met het rode oog en grijze hals met de donkerrode vlek zijn prachtig.
De roodkeelduiker ondergaat twee keer per jaar een ware metamorfose. Het vrij saaie grijswitte verenkleed maakt in het voorjaar plaats voor het prachtkleed. En dat kun je bij deze vogel letterlijk nemen. Er zijn maar weinig vogels die zo’n enorme verandering doormaken. De vogel ziet er in het broedseizoen werkelijk adembenemend mooi uit met de mooie grijze kop en het rode oog. De hals met de rode vlek en de gestreepte nek maken het plaatje af. En in het najaar verandert het prachtige verenkleed weer naar het wat saaie grijswitte verenkleed dat wij kennen.
Een juveniele roodkeelduiker is in de winter minder wit gekleurd dan een volwassen vogel. Vooral de kop van een jonge roodkeelduiker is veel grijzer en de witte band bij het oog is zelfs geheel afwezig. Ook de hals tot en met de borst is minder wit en daarmee is het onderscheid tussen een volwassen en jonge roodkeelduiker goed te zien. Er is geen onderscheid in het verenkleed tussen juveniele en adulte mannetjes en vrouwtjes roodkeelduikers.
De roodkeelduiker zie je vaak voor de kust nieuwsgierig rond dobberen. Ze houden alles in de gaten, tenminste zo lijkt het. Dat heeft ook wel te maken met zijn houding, de kop is opgericht alsof hij alles wat om hem heen gebeurt, moet volgen. Regelmatig duiken ze onder en kunnen dan flinke afstanden afleggen waardoor je ze snel kwijt bent. Voordat ze onderduiken zie je ze de kop enige tijd onder water houden waarna ze dan geheel onder water duiken om te jagen. In de vlucht hebben ze een ietwat gebogen houding waardoor het lijkt dat de kop wat naar beneden hangt.
De parelduiker lijkt erg veel op de roodkeelduiker. In de winter, als beide vogels het grijswitte winterkleed aan hebben, gaat het om de details. De parelduiker is iets groter en heeft een dikkere dolkachtige snavel en hij houdt zijn kop niet schuin omhoog zoals een roodkeelduiker dat wel doet. Op de flank heeft deze duiker een eivormige witte vlek en het verenkleed is veel donkerder gekleurd dan het verenkleed van de roodkeelduiker. Deze parelduiker is net als de roodkeelduiker in de zomer spectaculair getekend en gekleurd. Het zijn daardoor misschien wel de twee mooiste duikers die er zijn. In Nederland overwinteren veel minder parelduikers dan roodkeelduikers.
©Vogelskijken is onderdeel van PiXFACTORY