Ralreiger

De ralreiger is een onopvallende reiger uit het zuiden van Europa. In Nederland is het een dwaalgast die soms in de periode van mei tot augustus wordt waargenomen.

Herkenning

44-47 cm. Een gezette vogel met dikke nek, strokleurig verenkleed en lange, gelig en zwart gestreepte kruinveren, afhangend als ‘manen’ van achterhoofd tot rug. Lijkt in vlucht voornamelijk wit door witte vleugels, staart en stuit. Mantel ’s winters bruiner en nek donker gestreept. In broedtijd met helder blauwe snavel met zwarte punt en rode poten; buiten broedtijd snavel groengeel met zwarte punt en geelgroene poten.

Verspreiding

Broedvogel in verspreide gebieden in de zuidelijke helft van Europa, grote gebieden rond de Zwarte en Kaspische Zee en onder het Aralmeer en in Noord-Marokko. Standvogel in Afrika ten zuiden van de Sahara. Wintergast in de Nijldelta. Zeldzaam in Nederland.

Biotopen

Komt in zijn leefgebied bij voorkeur voor bij rustig zoetwater, omgrensd door dichte watervegetatie en bossages, in laaglandvalleien, lagunes, moerassen, riviermondingen.

Levenswijze

Voedsel
Voornamelijk insecten en larven, amfibieën en vis; foerageert meestal in de schemering.

Eieren
Aantal eieren in legsel 4-6, zelden 7. Elliptisch tot buikig. Glad, niet glanzend. Licht groenachtig-blauw. Formaat 38,4 x 28,6 mm.

Geluid

In de schemering een krassend, hoog ‘karr’.

Laatste waarnemingen

Bron

Foto's