Onderdeel van Pixfactory

Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis

Pestvogel

Bombycilla garrulus

Pestvogels broeden in hoog noordelijke afgelegen bossen waar vrijwel niemand komt en geen mens ze ooit ziet. De meeste vogelaars zullen ze dus kennen als wintergasten in meer zuidelijk gelegen steden en dorpen. Volkomen onvoorspelbaar zijn ze er ineens, eten in een mum van tijd alle bessen van een boom of struik en zijn weer net zo snel verdwenen.

Pestvogel op tak met korstmos
Portret van Petra de Pestvogel. Fotograaf: Gejo Wassink

Herkenning

19 cm. Plompe vogel met grote kuif. Onmiskenbaar, maar in ongunstige omstandigheden zowel in zit als in vlucht te verwarren met spreeuw, vanwege vergelijkbare grootte en silhouet. Is echter minder beweeglijk en vaak opvallend tam. Mannetje met kastanjebruin gezicht, rest van kop rozebruin; voorhoofd, oogstreep en keel zwart, zwarte keel met witte rand op zijkop; kruin, nek, vleugeldekveren, mantel en rug bruin; stuit en bovenstaartdekveren grijs, staart zwart met brede gele eindband; onderdelen bruingrijs, overgaand in beige op buik, met wijnrode tint op borst en flanken; onderstaartdekveren bruinrood; handpennen zwart met gele buitenvlag en witte rand aan punt van binnenvlag, armpennen zwart met witte punten en koraalrode lakstaafjes, handpendekveren zwart met witte punten. Vrouwtje als mannetje, maar zwart van keel minder scherp begrensd, minder rode lakstaafjes, gele eindband aan staart smaller, en kuif wat korter. Juveniel heeft kortere kuif, beige gezicht en gestreepte onderdelen. In winter als adult, maar herkenbaar aan ontbreken van witte "haken" op handpennen, kortere kuif, minder rode lakstaafjes, smallere eindband aan staart en minder scherp begrensde zwarte keel.

Verspreiding

Broedvogel in Midden-Alaska, Canada en van Noord-Zweden tot Oost-Siberië. Standvogel in een kustgebied langs de Golf van Alaska, Midden-Finland en een deel van West-Rusland. Wintergast in Zuid-Canada, Noord-Verenigde Staten, Noord- en Oost-Europa, Rusland en Centraal- en Oost-Azië. In Nederland een wintergast in vrij klein aantal.

Biotopen

Voornamelijk bij struiken met bessen, zoals de Gelderse roos. Meestal in parken en tuinen in stedelijk gebieden.

Levenswijze

Voedsel
s Zomers insecten, in de winter hoofdzakelijk bessen en andere vruchten.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 5, soms 4-6. Buikig tot ovaal. Glad en glanzend. Lichtblauw of grijsachtig-blauw, zelden enigszins geelbruin. Schaars bezet met zwarte of grijze stippen, die soms een vage bruinachtige rand hebben. Formaat 24,6 x 17,2 mm.

Geluid

Roep hoog, welluidend, maar zacht 'tirrr' of 'sierrr'.

Laatste waarnemingen

Lees verder over

Vogels vertellen

Geluidsopnames

Foto's