Noordse Pijlstormvogel

Noordse pijlstormvogels zijn goed te herkennen aan de afwisseling tussen de zwarte bovenvleugels en de lichte ondervleugels. Ze vliegen met gestrekte, stijve vleugels laag over de golven. Dit wordt ook wel ‘keilen’ genoemd. In Nederland is het een schaarse doortrekker die met name in september ons land passeert.

Herkenning

30-35 cm, spanwijdte 76-82 cm. Kleiner dan grote en kuhls pijlstormvogel, met scherp contrast tussen zwarte bovenzijde en witte onderzijde. Slanke zwarte snavel. Meestal in verspreide groepen, zeilend op stijve vleugels, regelmatig onderbroken door uitbarstingen van series snelle vleugelslagen en van ene naar andere zijde kantelend, afwisselend wit oplichtend.

Verspreiding

Noordelijk Atlantisch kustgebied, met grote kolonies aan de kust van Groot-Brittannië en Ierland. Broedt ook op IJsland, de Azoren (Portugal) en de Canarische Eilanden (Spanje). In Nederland doortrekker in zeer klein aantal.

Biotopen

Open zee en oceanen, alleen na storm ook in ondiepe kustzeeën. Heel zelden na storm op meren in binnenland.

Levenswijze

Voedsel
Hoofdzakelijk kleine vis en inktvisachtigen, maar ook kreeftachtigen en drijvend dierlijk afval. Foerageert door vanaf het wateroppervlak prooi op te pikken of door vanuit de lucht of het wateroppervlak te duiken.

Eieren
Aantal eieren in legsel slechts één. Variabel in vorm: buikig tot ovaal. Wit zonder glanzend oppervlak. Formaat 50,2 x 34,6 mm.

Geluid

Adulten in de kolonie produceren variatie aan koerende, kraaiende en schreeuwende geluiden.

Laatste waarnemingen

Bron