Roofvogels eten vlees. Sommige houden van vers, warm vlees en vangen het liefst levende prooien. Andere, bijvoorbeeld gieren houden meer van aas. Maar vlees is toch wel de gemene deler. De Lammergier is compleet anders. Vlees? Ach, soms vindt hij dat best lekker. Maar geef hem maar botten. Deze schrokop moet een keel en maag van ijzer hebben! Het geheim zit hem in de enorme snavelopening. Hij kan botten van wel 18 centimeter groot in een keer doorslikken. Als de botten te groot zijn, neemt hij ze mee de lucht in en laat ze van grote hoogte op een rots kapot vallen. Het gaat de Lammergier om het voedzame merg in de botten.

Herkenning

100-115 cm, spanwijdte 245-272 cm. Verschilt van andere grote gieren door langere en smallere vleugels en lange wigvormige staart, zodat silhouet wat op grote valk lijkt. Adult met zwartbruine bovendelen, vleugels en staart, contrasterend met oranjegeel lichaam en geelwitte kop; zwarte vlek van snavelbasis tot rond oog; heeft 'snor' aan snavelbasis. Juveniel donkerder, heeft kortere 'snor' en beigebruine onderdelen.

Verspreiding

Standvogel in de Alpen, Pyreneeën en het Altasgebergte, in Zuidwest-, Centraal- en Oost-Azië, en in zuidelijk en Oost-Afrika. Wintergast in gebieden in Pakistan. Exoot in Nederland.

Biotopen

Komt in zijn leefgebied voor in woeste, afgelegen gebergtegebieden.

Levenswijze

Voedsel
Eet botten en vlees van dode zoogdieren, reptielen en vogels. Botten worden geheel genuttigd. Kenmerkend voor lammergier is het vanaf grote hoogte laten vallen van botten zodat deze splijten en merg gegeten kan worden.

Eieren
Aantal eieren in legsel 1-2. Gedrongen elliptisch. Fijnkorrelig oppervlak. Witachtig, bruin en violet gevlekt; of met een sterkte geelachtige of geelbruine ondervlekking. Formaat 85,6 x 66,1 mm.

Geluid

Zwijgzaam. Tijdens balts schreeuwende en fluitende geluiden.

Laatste waarnemingen

Bron

Foto's