Kleine Strandloper

Deze zeer kleine strandloper beweegt en pikt snel. Het formaat is ongeveer 2/3 de grootte van een bonte strandloper. De lichte oogstreep en wat donkerder gevlekte vleugels zijn vaak herkenningspunten in het veld.

Herkenning

14 cm. Kleinste Europese steltloper. Lijkt op Temmincks strandloper en drieteenstrandloper (die groter is, geen achterteen heeft en in winterkleed veel witter is). Bovendelen en kop in zomerkleed rossig met zwarte veercentra; wenkbrauwstreep wit, borstzijden gestreept, snavel en poten zwart. Adult in winterkleed muisgrijs met witte onderdelen. Juveniel lijkt op adult in zomerkleed, maar heeft twee duidelijke witte ‘V’s op rug, gevormd door witte randen aan mantel- en schouderveren. Foerageergedrag onrustig, meestal met snelle bewegingen. Vlucht snel, soms zwaluwachtig zwenkend. Vliegt bij verstoring niet recht omhoog als Temmincks strandloper.

Verspreiding

Broedt in noordelijk Fenno-Scandinavië en noordelijk Rusland. Trekt in de winter naar grote delen van Afrika, Zuidwest-Azië en India. In Nederland een doortrekker in zeer klein aantal.

Biotopen

In zoete en zoute milieus: beschut waddengebied, open slikken, kale en modderige oevers van (kleine) plassen, ook vaak in bollenvelden.

Levenswijze

Voedsel
Pikt voedsel van oppervlak, boort ook. Eet ongewervelden, maar soms ook plantaardig materiaal (broedtijd).

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4, zelden 3. Ovaal tot peervormig. Glad en zwak glanzend. Zeer licht tot licht olijfkleurig, met soms een diepere geelbruine tint. Gespikkeld, gesmet en onregelmatig gevlekt in violetbruin of donkerbruin, en licht violetgrijs. De tekens zijn herhaaldelijk klein, talrijk en tamelijk gelijkmatig verdeeld. Grote vlekken zijn meestal geconcentreerd rond de stompe pool. Formaat 28,8 x 20,7 mm.

Geluid

Roep zacht, vaak driemaal herhaald ’tit’.

Laatste waarnemingen

Bron

Geluidsopnames

Foto's