Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
De kleine alk is een pure zeevogel. Deze compacte vogel is heeft het formaat van een spreeuw. In de winter duikt deze arctische soort heel af ten toe in Nederland op. Meestal langs de pieren of in havens langs de kust.
20 cm. Verreweg de kleinste alk. In zomerkleed met geheel zwarte kop, nek, keel, borst, bovendelen, stuit en staart. Onderdelen wit. Randen van schouderveren en punten van armpennen wit en een kleine witte vlek boven net oog. In vlucht lijken ondervleugels donker maar zijn in feite zilvergrijs met wat wit in het midden. In winterkleed loopt het wit van de onderdelen door tot de wangen. Juveniel vrijwel niet te onderscheiden van adult. Heeft een snelle snorrende vlucht, zoals andere alken, maar kan de indruk geven van een kleine steltloper, zoals bonte strandloper of steenloper. Vlucht kan minder rechtlijnig zijn dan bij andere alken. Kan door onervaren waarnemer verward worden met papegaaiduiker, maar papegaaiduiker is altijd groter en ronder met zwaardere kop en zwartere ondervleugels.
Broedt op het Baffineiland, Groenland, IJsland, Spitsbergen en de noordelijke Russische eilanden. Overwintert op de noordelijke Atlantische Oceaan en de zee boven Europa. In Nederland wintergast in vrij klein aantal.
Open zee en langs de kust.
Voedsel
Voornamelijk kreeftachtigen en kleine visjes.
Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 1, zelden 2. Buikig. Glad, niet glanzend. Lichtblauw. Normaal ongevlekt, zelden bezet met geelbruine stippen of krabbels aan de stompe pool. Formaat 48,1 x 33,7 mm
In broedkolonies erg luidruchtig, maar gewoonlijk zwijgzaam op zee.
©Vogelskijken is onderdeel van PiXFACTORY