Onderdeel van Pixfactory

Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis

Kanoet

Calidris canutus

De kanoeten die wij hier tijdens de trek of in de winter zien, hebben al flink wat kilometers achter de rug en een aantal zal ook nog eens flink verder vliegen. Vogels die uit Groenland of Noordoost-Canada komen blijven in Europa, de Siberische exemplaren vliegen door naar Afrika. In Nederland is het Waddengebied voor de kanoet de place to be, gevolgd door het Deltagebied waar hij vooral overwintert. Wie ooit wolken kanoeten boven het wad heeft gezien, de ene keer de donkere bovendelen tonend, dan plots weer de blinkend witte onderkant, zal dat schouwspel nooit meer vergeten.

Kanoet
Fotograaf: Johan Horneman

Herkenning

24 cm. Gemakkelijk herkenbaar aan vrij forse formaat en stevige bouw met korte nek en relatief korte snavel en poten. In zomerkleed kop, nek en bovendelen warm kastanjebruin met zwarte en gele vlekken. Veren rond snavelbasis wit; gezicht, hals en onderdelen tot aan onderstaart warm kaneelkleurig; flanken met fijne zwarte bandering, onderstaartdekveren wit. Verenkleed lijkt in zomerkleed sprekend op dat van krombekstrandloper, maar deze is kleiner, heeft langere zwarte poten, langere gebogen snavel en heeft ander geluid. Adult in winterkleed heeft grijze bovendelen, grijswitte borst en vuilwitte onderdelen. Van korte afstand is te zien dat bovendelen wit geschubd zijn en dat kop, borst en flanken rijkelijk wit en zwart gestreept zijn. Juveniel in de nazomer lijkt sterk op adult in winterkleed, maar heeft zwarte geschubde bovendelen en rozige waas over onderdelen, met name op borst. Snavel zwart, poten groenig. foerageert in dichte groepen. In vlucht herkenbaar aan formaat, lange vleugels met smalle witte vleugelstreep, grijze stuit en egale staart zonder donker centrum.

Verspreiding

Broedt in Oost-Alaska, de Canadese arctische Eilanden, Groenland en noordelijk Rusland. Trekt in de winter naar kustgebieden in Noord-en Zuid-Amerika, Zuid- en West-Afrika, Noordwest-Europa, Zuid-Azië en Oceanië. In Nederland een doortrekker in vrij groot aantal.

Biotopen

In getijdegebieden, op moddervlaktes en estuaria bij de kust, voornamelijk op vrij zandig wad met veel voedsel (vooral tweekleppigen) beschikbaar. Soms ook op het strand of op strekdammen. Tijdens trek af en toe in binnenland.

Levenswijze

Voedsel
In broedgebied worden ongewervelden en plantaardig materiaal gegeten; eet buiten de broedtijd ongewervelden, waaronder schelpdieren. Zoekt voedsel door in modder te boren.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4, zelden 3. Ovaal tot peervormig. Glad, zwak glanzend. Zeer lichtgroen tot groenachtig-olijf. Met kleine stippen, vlekken en korte strepen en krabbels in middel- tot donkerbruin en schaars violetgrijs. Tekens meestal klein en tamelijk gelijkmatig verdeeld. Formaat 42,9 x 29,9 mm.

Geluid

Roep laag ‘knut’ en ‘kwik-ik’.

Laatste waarnemingen

Lees verder over

Reviews & Recensies

Geluidsopnames

Foto's