Onderdeel van Pixfactory

Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis

Huiskraai

Corvus splendens

De huiskraai liftte waarschijnlijk mee als verstekeling aan boord van een schip vanuit Egypte of Azië. Eenmaal aangekomen bleven ze hangen, dus zodoende hebben we vanaf 1994 een aantal paartjes die vrij honkvast zijn bij Hoek van Holland.

Huiskraai
Fotograaf: Marcel van der Tol

Herkenning

Onder goede waarnemingsomstandigheden hoeft de herkenning van de huiskraai weinig problemen op te leveren. Zijn postuur en donkergrijze tot zwarte verenkleed plaatsen hem in de groep van kraaiachtigen. De meest in het oog springende kenmerken zijn de grijze kraag over de achterkop, hals en borst, de tamelijk lange en stevige snavel en het steile voorhoofd. Daarnaast wijkt zijn geluid af van dat van de andere in Nederland voorkomende kraaiachtigen. Sommige roepen zijn tamelijk hoog en schor en doen denken aan die van de kokmeeuw Chroicocephalus ridibundus. De geslachten zijn gelijk en seizoensvariatie ontbreekt. Jonge vogels lijken op oude maar onderscheiden zich in hun eerste jaar door een iets doffer verenkleed met een bruine zweem. Van afstand of onder bepaalde lichtomstandigheden kan het verenkleed zowel bij jonge als oude Huiskraaien helemaal zwart lijken en is de herkenning lastiger.

Er zijn vijf ondersoorten van de Huiskraai bekend, namelijk de nominaatvorm, C. s. zugmayeri, C. s. protegatus, C. s. maledivicus en C. s. insolens, die hoodzakelijk van elkaar verschillen in de grijstint van de halskraag en overige veerpartijen. De status van C. s.maledivicus van de Malediven is onduidelijk; mogelijk kan deze worden geschaard onder C. s.protegatus (Madge & Burn 1994). De in Nederland waargenomen vogels vertonen kenmerken van de nominaatvorm. Doordat waarschijnlijk vogels behorend tot verschillende ondersoorten aan de basis hebben gestaan van de recente uitbreidingen in het Midden-Oosten en Afrika, is het onderscheid tussen de ondersoorten buiten het oorspronkelijke verspreidingsgebied echter lastig te maken (Madge & Burn 1994).

Verspreiding

Het oorspronkelijke verspreidingsgebied van de huiskraai strekt zich uit van Zuid-Iran en Pakistan tot Birma, noordelijk tot Nepal en zuidelijk tot Sri Lanka. Recente vestigingen liggen verspreid in Oost- en Zuid-Afrika, het Midden-Oosten en in Zuid-Oost-Azië en weerspiegelen in grote lijnen de ligging van belangrijke havenplaatsen. Losse waarnemingen van vogels die (vrijwel) zeker met schepen zijn meegevoerd zijn onder meer bekend uit Australië, Oost-Azië, Europa en de oostelijke VS. Een modelstudie naar de potentiële vestigingsgebieden liet zien dat de huiskraai zich wereldwijd in tropische en subtropische (haven)gebieden kan vestigen, maar dat ook delen van Europa tot het vestigingsgebied kunnen worden gerekend (Nyari et al. 2006).

In Nederland komt de soort sinds 1994 voor in de omgeving van Hoek van Holland. In de beginjaren verschenen ook op enkele andere plekken huiskraaien, waaronder bij Renesse, waar zich een exemplaar ophield van 1994-2001. Sinds 2006 is de soort echter uitsluitend nog in Hoek van Holland aangetroffen.

Verplaatsingen

Behalve als verstekeling op schepen, staat de huiskraai niet bekend om zijn verplaatsingen. Het merendeel van de vogels gedraagt zich als standvogel. Omzwervingen komen vooral voor rekening van jonge vogels in gebieden met een hoge populatiedruk (Ottens 2003). Jaarlijkse trekbewegingen komen alleen voor bij broedvogels van hooggelegen gebieden, die ‘s winters de ergste kou ontvluchten door af te zakken. De Nederlandse huiskraaien vinden hun oorsprong mogelijk in Suez in Egypte, aangezien zich daar de dichtstbijzijnde broedpopulatie bevindt (van den Berg & Bosman 2001). Het seizoenspatroon van de Huiskraai laat zien dat de hoogste aantallen in het winterhalfjaar worden opgemerkt, in het bijzonder in de eerste drie maanden van het jaar. Dit beeld wordt grotendeels verklaard door de relatief hoge waarnemersactiviteit in deze periode en doordat de Huiskraaien buiten het broedseizoen vaker als groep opereren, hetgeen het tellen van hun aantal vergemakkelijkt. Wegtrek of andere verplaatsingen spelen hierbij geen rol.

Biotopen

De huiskraai is goed aangepast aan het leven in de nabijheid van de mens. Het is dan ook bij uitstek een bewoner van steden en dorpen, vooral in laagland maar lokaal tot op meer dan 2000 m hoogte. De vogels van Hoek van Holland voelen zich thuis in een omgeving van huizen, tuinen, gazons, een bomenrijk park en een haven, op minder dan één kilometer van een smalle duinenrij en het Noordzeestrand en direct ten noorden van de monding van de Nieuwe Waterweg. Ze vertonen zich vaak bij friettenten en andere eetgelegenheden, waar ze profiteren van achtergebleven of aangeboden voedsel. Buiten het broedseizoen overnachten ze op een slaapplaats van kauwen in hoge bomen. Het merendeel van de huiskraaien die elders in Nederland opdoken, werd eveneens op door menselijke bebouwing gedomineerde plaatsen waargenomen.

Levenswijze

 

Huiskraaien zijn sociale vogel die zich meestal in groepen ophouden. Het zijn alleseters en oportunisten. Naast plantaardige materialen en kleine dieren, waaronder nestjongen van andere vogels, foerageren ze ook veelvuldig op afval en aas. Zelfs vis en schaaldieren staan op het menu. De soort nestelt vooral in bomen, maar soms ook op gebouwen of andere bouwwerken. Vaak broeden meerdere paren dichtbij elkaar. Eerstejaars vogels komen nog niet tot broeden. Paartjes worden doorgaans gevormd voor het leven en ook buiten het broedseizoen blijft de paarband intact. Het legsel bestaat uit vier of vijf licht blauwgroen gespikkelde bruine eieren. Gedurende 16-17 dagen worden deze uitgebroed, voornamelijk door het vrouwtje. Beide geslachten voeden de jongen en onderhouden het nest (Madge & Burne 1994). De Nederlandse broedgevallen vonden plaats in de periode van april tot juni (Ryall 2003).

 

Schade en Nut

 

Uit andere landen waar de Huiskraai zich recent vestigde is schade bekend aan onder meer inheemse vogelsoorten en gewassen. Ook kan de soort voor overlast zorgen en potentiele gezondheidsrisico’s voor de mens met zich meebrengen, met name in gebieden met hoge dichtheden. In het bijzonder bij zangvogels en kolonievogels zijn negatieve populatieontwikkelingen vastgesteld na vestiging van Huiskraaien (Ryall 2003). Als voorbeeld kan het decimeren van kolonies van enkele soorten wevers (Ploceidae) in Mombasa in Kenia worden genoemd (Ryall 1992). Huiskraaien in Australië zijn met opzet uitgeroeid uit angst voor plaagvorming (Ebels & Westerlaken 1996). De Nederlandse situatie is onvoldoende bekend. Informatie over nieuwe en bestaande vestigingen en over eventuele schade wordt verzameld via de website www.housecrow.com.

 

Laatste waarnemingen

Foto's