Onderdeel van Pixfactory

Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis

Grote Barmsijs

Acanthis flammea

De grote barmsijs broedt in het Noorden van Europa en komt in sommige winters naar Nederland. Het is een schaarse wintergast, die in sommige jaren meer voorkomt.

Fotograaf: Leo Tukker

Herkenning

13 cm. Lijkt op kneu en frater. Beide sexen hoofdzakelijk bruin met gestreepte nek, bovendelen en flanken, twee witachtige vleugelstrepen, witte buik, donkere slagpennen, donkere, gevorkte staart en gelige snavel. Mannetje met rood op voorhoofd, zwarte kin en rode, ongestreepte borst. Rood vaak tot op flanken en bovenbuik en wangen; roze stuit. Vrouwtje met rode kruin en zwarte kin, sterk gestreepte borst; stuit bruin, gestreept. Juveniel bruin, gestreept, te onderscheiden van Kneu door twee vleugelstrepen, geen witte vleugelvlek, en van frater door ontbreken van wit in vleugel en staart. Grote barmsijs C. f. flammea uit Scandinavië groter dan kleine barmsijs C. cabaret (West- en Midden-Europa tot Zuid-Scandinavië), met grijzere bovenzijde, wittere onderzijde, lichtere, gestreepte stuit, en iets andere roep. De broedgebieden van flammea en cabaret overlappen in Zuidwest-Noorwegen zonder dat hybridisatie plaatsvindt, zodat beide taxa waarschijnlijk als aparte soorten beschouwd moeten worden. Groenlandse barmsijs C. f. rostrata (broedt ook op IJsland) is groter en heeft zwaardere snavel dan flammea. Buiten broedtijd in troepen, vaak met andere vinken. Vlucht golvend.

Verspreiding

Broedt in noordelijk Noord-Amerika, Groenland, Fenno-Scandinavië en Rusland. Trekt in de zomer naar zuidelijkere gebieden in Noord-Amerika, Europa en Azië. In Nederland een wintergast.

Biotopen

In berken, elzen en lariks. Ook op akkers, braakliggende grond en in parken.

Levenswijze

Voedsel
Voornamelijk zaden van bomen en kruiden, ’s zomers ook insecten.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4-5, soms 3-7. Buikig. Glad en slechts iets glanzend, of niet glanzend. Lichtblauw, een beetje donkerder dan die van de kneu en frater, maar gelijk getekend met fijne spikkels, kleine vlekjes en krabbels; de meeste in lichtroze of lila, en schaarser in purper en roodbruin. De meeste tekens zitten geconcentreerd aan de stompe pool. Formaat 16,9 x 12,6 mm.

Geluid

Vluchtroep een snel ’tjètjètjè’ en ’tsoeie’. Zang bestaat uit snelle trillers, vermengd met roep.

Laatste waarnemingen

Geluidsopnames

Foto's

Zo herken je de grote barmsijs

Grote barmsijs.
Grote barmsijs. Fotograaf: Lesley van Loo

Kenmerken

Als je ooit een grote kans wilt maken om een grote barmsijs te zien, dan is dit het beste moment, want we hebben dit jaar te maken met een zogenaamde influx van grote barmsijzen. Een influx of invasie van een bepaalde vogelsoort komt maar heel af en toe voor. De laatste keer dat ons land door grote groepen grote barmsijzen werd bezocht was 2018.

Twee grote barmsijzen op een tak.
Twee grote barmsijzen op een tak. Fotograaf: Jan Luit

 

De grote barmsijs is een liefhebber van zaden van berken en elzen. Handig bungelen ze aan de dunne takjes van de bomen om zo de zaadjes te kunnen eten. Vaak doen ze dat ook nog eens in groepen en mengen ze zich makkelijk tussen de gewone sijzen en kleine barmsijzen. Het zijn ware acrobaten en het is sowieso een prachtig schouwspel om groepen van die verschillende sijzensoorten bezig te zien. De contactroepjes van groepen sijzen trekken de aandacht en je hoort ze dan al van verre aankomen. Vooral de boomtoppen hebben de voorkeur en je ziet ze dan ook eigenlijk niet of nauwelijks op de grond foerageren.

Verenkleed

Grote barmsijs foeragerend op bijvoet, een zaadrijk kruid dat je in rommelige hoekjes kunt aantreffen.
Grote barmsijs foeragerend op bijvoet, een zaadrijk kruid dat je in rommelige hoekjes kunt aantreffen. Fotograaf: Daan Schoonhoven

 

Grote barmsijzen hebben geen scherp afgetekend verenkleed. De kleuren gaan geleidelijk over van donkere delen naar lichtere kleurvlakken. De snavel(1) is geel en vinkachtig en gemaakt om zaden te kraken. Het rode petje(2) is altijd duidelijk waar te nemen terwijl de rode zweem op de borstpartij(3) per vogel kan verschillen. Jonge vogels, ook wel eerste kalenderjaar vogels genoemd, hebben die rode kleur nog niet. En met name de vleugelstrepen(4) zijn duidelijk witter dan die van de kleine barmsijs.

 

Zomerkleed

Vogeltrekjournaal: Twee grote barmsijzen.
Twee grote barmsijzen. Fotograaf: Gejo Wassink

 

De borst van de mannetjes grote barmsijs kleurt in het voorjaar naar fel rood en het mannetje grote barmsijs lijkt dan zelfs wat op een roodmus. In de winter ziet hij er vrijwel hetzelfde uit als het vrouwtje en is hij veel bleker en grijzer gekleurd. Maar ook in de zomer, tijdens de broedperiode kan het ene mannetje minder rood gekleurd zijn dan het andere mannetje. Jonge mannetjes zijn vaak lichter gekleurd dan volwassen mannetjes.

Kenmerkend gedrag

Bovenin de top van een naaldboom.
Bovenin de top van een naaldboom. Fotograaf: Jan Luit

 

De grote barmsijs broedt in Scandinavië tot in IJsland, Siberië en Groenland toe. Ze leven daar voornamelijk in berkenbomen en jonge naaldbomen. En afhankelijk van de beschikbaarheid van zaden, zakken ze in de winter af naar het zuiden. Als in de winter weinig voedsel te vinden is, komen ze massaal naar het zuiden en dan spreken we van een influx.

Als ze dan naar hier komen om te overwinteren, zijn ze vaak in groepen te zien samen met ander sijzen en kleine barmsijzen. Het zijn hele drukke vogeltjes die vaak niet lang stil op een takje zitten. Deze groepen struinen zo hele bospartijen af naar zaden, maar ook daarbuiten kun je ze tegenkomen. Zelfs in het gezelschap van putters kun je ze bijvoorbeeld tegenkomen in essen- en elzensingels in het buitengebied tot in de polders toe. Als er maar eten te vinden is. En als zo vaak met die overwinteraars, zijn ook deze vogels niet heel erg schuw en gaan ze gewoon hun eigen gang.

Gelijkende soorten

Foeragerende Kleine Barmsijs
Kleine barmsijs. Fotograaf: Michel Geven

 

De kleine barmsijs is nauwelijks kleiner dan de grote barmsijs; de grote is 13,5 cm, terwijl de kleine 12 cm is. De vogel determineren op basis van dit kleine verschil in grootte is in het veld dus vrijwel onmogelijk. Nee, dan kun je beter naar het kleurverschil kijken. De kleine barmsijs is namelijk wat beigebruiner van kleur, zeg maar warmer gekleurd dan de grote barmsijs die veel lichter of grijswitter gekleurd is. Ook de vleugelstrepen zijn bij de kleine barmsijs veel meer beige gekleurd. Sommige ornithologen behandelen daarom de beide barmsijzen niet als aparte soorten, maar als ondersoorten. De kleine barmsijs is dan de Acanthis flammea cabaret en de grote Acanthis flammea cabaret en de grote Acanthis flammea flammea. Daarnaast is er dan nog de Groenlandse ondersoort: Acanthis flammea rostrata. De witstuitbarmsijs Acanthis hornemanni wordt wel beschouwd als aparte soort.

In het begin zal het best lastig zijn om deze twee zeer beweeglijke sijzen uit elkaar te houden. Samengevat, de kleine is dus wat warmer of wat bruiner gekleurd dan zijn “grote” broer die vooral wat kouder of lichtgrijzer gekleurd is.

Wist je dat?

  • Grote barmsijzen vaak in de buurt van kramsvogels broeden?
  • De aantallen weliswaar licht afnemen maar dat de populatie tussen de 100 miljoen en 140 miljoen volwassen vogels wordt geschat?
  • Je grote barmsijzen tegen kunt komen van Alaska, Canada, China tot in Noord Europa toe?