Onderdeel van Pixfactory

Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis

Eider

Somateria mollissima

Eiders broeden pas sinds 1906 in Nederland, en vrijwel uitsluitend in het Waddengebied en Zeeland. Na een succesvolle periode stortte de broedpopulatie eind jaren zestig drastisch in elkaar. Oorzaak: in de Rijn geloosde gechloreerde koolwaterstoffen die via het voedsel tot vergiftiging leidden. Daar is de soort van hersteld maar in recente jaren neemt het aantal Eiders weer gestaag af.

Eider
Fotograaf: Vincent Vuik

Herkenning

50-71 cm. Een grote, zware zeeëend met lange kop. Mannetje is enige eend met zwarte buik en witte rug. Borst wit met roze tint; kop wit met zwarte kruin; groene vlekken op zijden van nek en achterhoofd; witte vlek op stuitzijden. Zwaar in vlucht, met korte, dikke nek en geheel witte voorvleugel, contrasterend met zwarte veerschachten. Snavel met lang, driehoekig profiel, in bijna rechte lijn overlopend in plat voorhoofd, olijfgrijs, met gele of groene tint aan basis. Mannetje in eclipskleed zeer variabel, voornamelijk zwartachtig bruin behalve witte vlek op zijden en wit op vleugel. Vrouwtje warmbruin met zwarte streping, in vlucht met twee beige of witte vleugelstrepen. Juveniel lijkt op vrouwtje maar doffer. Jonge vogels ruien langzaam naar adultkleed en mannetjes daarom met onregelmatige zwart-witte tekening.

Verspreiding

Komt voornamelijk voor aan de kusten van het noordelijke halfrond. In Nederland vrij schaarse broedvogel, jaarrond aanwezig, wintergast in groot aantal.

Biotopen

Nestelt vooral in de duinen op de Waddeneilanden, steeds vaker ook in boerenland.

Levenswijze

Voedsel
Duikt naar bodemdieren, voornamelijk schelpdieren en, in mindere mate, garnalen en zeeëgels. Eet ook wel vis, zeeanemonen, inktvis, insecten etc. Vrouwtje in broedgebied eet ook bessen, groene algen, bladeren en zaden. Prooi wordt onder water ingeslikt of naar boven gebracht en geschud om schelphelften los te schudden.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4-6, soms 3-10 (grotere aantallen mogelijk van 2 ♀♀) Vorm variabel, elliptisch tot buikig, soms ovaal. Glad, enigszins glanzend. Lichtgroen, olijf, grijsachtig of blauwachtig, zelden geelbruin. Formaat 76,7 x 51,4 mm.

 

Geluid

Mannetje tijdens balts een laag, kreunend ‘ah-oe’. Vrouwtje ‘kok kok’.

Laatste waarnemingen

Geluidsopnames

Foto's