Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
De Blauwborst is een fotogenieke vogel die vooral in moerasachtige terreinen met riet en zachthoutsoorten gevonden kan worden. Ondanks zijn opvallende verschijning is hij nog niet zo eenvoudig te vinden als je zijn kenmerkende zang niet kent. Van de trekvogels is het een van de eerste zangvogelsoorten die eind maart weer uit Afrika terugkeert.
14 cm. Lijkt op roodborst in structuur en gedrag. In vlucht vallen de rossige staartzijden op de overigens donkere staart op. Mannetje in zomer heeft blauwe borst, die gescheiden is van crèmekleurige onderdelen door zwarte en roodbruine dwarsbanden. In gebied komen twee ondersoorten voor: één met witte vlek in blauw (L. s. cyanecula) in Centraal-Europa, de andere met rode vlek (svecica) in Noord-Europa. In het najaar met bleke keel, vaak wel met enig blauw. Vrouwtje heeft wittige borst, donkere borstband en donkere streping op zijborst, maar vaak met enig blauw en rossig. Bovendelen aardbruin, kop met duidelijke, witte wenkbrauwstreep. Juveniel lijkt sterk op juveniele roodborst, maar is donkerder en te onderscheiden door de rossige staartbasis. Nestelt op de grond tussen dichte vegetatie. Zingt vaak ook ’s nachts.
Verspreidingsgebied omvat Europa, Azië en Alaska. In Nederland vrij talrijke broedvogel, wegtrekkend.
Natte gebieden met veel struiken en bomen als wilgen, vlier en berken. Ook vaak in dichtgegroeide sloten.
Voedsel
Voornamelijk ongewervelden, maar eet ook bessen en zaden. Foerageert op de grond of laag in vegetatie.
Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 5-7, soms 9. Buikig. Glad en enigszins glanzend. Lichtgroen, blauwachtig-groen of blauw. Bezet met zeer fijne spikkels en vlekjes of licht roodachtig-bruin getint. De tekens zijn vaak slecht begrensd en geven een totale roestige tint aan een deel of aan de stompe pool. Formaat 18,8 x 14,1 mm.
Roep scherp ’tak’, zacht ‘whiet’ en gutturaal ’turrrk’. Zang muzikaal en gevarieerd, lijkt wel op nachtegaal, boomleeuwerik of bosrietzanger, maar is hoger, zwakker, minder gevarieerd, doorspekt met metalige geluiden en sprinkhaanachtige tonen. Imiteert veel. Begint de zang vaak laag in een struik of boom en klimt, al zingende, steeds hoger tot vlakbij de top, en vliegt vervolgens naar beneden of een andere boom in zangvlucht.
Blauwborsten zijn fanatieke zangers die je meestal ontdekt op geluid: een aanloopje van krachtige, meermalen herhaalde tonen, langzaam versnellend en plotseling overgaand in een stortvloed van melodieuze en krassende noten. Dit feest van geluid geldt ook voor zijn uiterlijk: een explosie van de kleuren helderblauw met wit en roestrood.
De mannetjes zijn herkenbaar aan de duidelijke witte wenkbrauwstreep (1), helderblauwe kin, keel en borst (2) met in het midden een kleine witte vlek (3), die vooral opvalt tijdens de zang, maar soms kan ontbreken. De blauwe borst is aan de onderzijde omrand door een smalle zwart-witte en daaronder een bredere roestrode band (4).
De staart is donker met opvallende roestrode basis (5), vooral te zien in de vlucht of als hij de staart omhoog wipt of spreidt. Kop en rug vaalbruin (6), buik vuilwit (7).
Het kleed van het vrouwtje is variabel. Behalve de wenkbrauwstreep heeft het vrouwtje ook een witte baardstreep (8). De blauwe borst ontbreekt, en in plaats daarvan heeft zij meestal een boog met donkere vlekken op een crèmekleurige ondergrond (9). Oudere vrouwtjes hebben soms wat blauw en zwart en een vage roestkleurige borstband, en lijken daardoor soms op een mannetje. Het staartpatroon is hetzelfde als bij het mannetje.
De juveniele blauwborst is donkerbruin met fijne vlekken, gelijkend op een jonge roodborst, maar heeft al het kenmerkende staartpatroon van een volwassen blauwborst.
De blauwborst zingt al vanaf maart met vaak gespreide staart hoog in het riet of vanuit een struik of boompje. Tijdens de balts vliegt het mannetje regelmatig op uit het riet met zijn melodieuze zang om elders met gespreide staart en vleugels neer te strijken.
Op het menu van de blauwborst staan vooral insecten, larven, wormen en slakjes, soms aangevuld met bessen en zaden. Zoekt vooral voedsel op de grond in de beschutting, regelmatig stilstaand in opgerichte houding.
In Noordoost-Europa, Siberië tot in Alaska komt de ondersoort svevica met rode in plaats van witte ster voor. Deze is in Nederland een zeldzame doortrekker.
©Vogelskijken is onderdeel van PiXFACTORY