Wondervogels vertelt over de communicatie van vogels tijdens het broeden, de trek of hun overwintering. Jantien de Boer bevraagt in het boek biologen, boeren en andere mensen die vogels observeren en onderzoeken. ‘Alles begint met kijken, luisteren, vragen stellen’. Vragen als: Vertellen lepelaars elkaar over de beste trekroute? Hebben grutto’s verschillende woorden voor kiekendieven en buizerds als ze voor gevaar waarschuwen?
Jantien de Boer (1965) is journalist en schrijft al ruim 30 jaar voor de Leeuwarder Courant. Eerder verscheen van haar Landschapspijn (2017) over het boerenland.
Gruttotaal
Een van de bevraagde onderzoekers is Ondrej Belfin van het onderzoekscentrum BirdEyes, opgericht door bioloog en hoogleraar Theunis Piersma. Belfin plaatste zenders in een weiland vol broedende grutto’s en ontdekte dat de vogels vrijwel continu geluiden maken, ook ’s nachts. ‘Ik heb ze onderschat. Het is ongelooflijk hoe spraakzaam ze zijn.’ Op het nest maken ze hoge geluiden die ‘bijna buitenaards’ klinken. Nadat een zwarte kraai de eieren heeft geroofd, laten de oudervogels een geluid horen dat klinkt als geweeklaag. De verschillende gruttogeluiden lijken net zo complex als onze taal.
Leren
Van trekvogels zoals de grutto is bekend dat de oudere vogels eerder wegtrekken dan de jonge. Hoe kunnen jonge vogels dan toch de weg vinden naar hun winterbestemming? Lang werd gedacht dat de keuze voor de trekroute voorgeprogrammeerd zou zijn. Dat lijkt niet op te gaan voor grutto’s. De Groningse onderzoekers Jelle Loonstra en Mo Verhoeven zenderden jonge grutto’s uit Friesland en lieten een deel vrij in Polen en een deel in Friesland. De Poolse groep trok met Poolse vogels via een oostelijke route naar Midden-Afrika, terwijl de Friese groep de westelijke trekroute aanhield. De onderzoekers toonden daarmee aan dat jonge grutto’s leren van soortgenoten en hun (nieuwe) omgeving. De aanpassing van trekgedrag door verandering in de genen zou lang duren, vertelt Theunis Piersma in Wondervogels. ‘Praten en van elkaar leren gaat veel sneller.’

Brabbelen
Roofvogelkenner Rob Bijlsma vertelt in het boek ook over het gedrag van kleine zangvogels, zoals bonte vliegenvangers en baardgrasmussen, in hun overwinteringsgebieden in West-Afrika. Op het heetst van de dag ‘hoor je vanuit dichtbegroeide bomen zacht brabbelen komen.’ Volgens Bijlsma kan het zo zijn dat ze elkaar daar informatie toefluisteren.
Keuzes
Net als bij de grutto’s trekken jonge wespendieven pas naar het zuiden als de volwassen vogels al weg zijn. Volgens Bijlsma letten ze op hun omgeving en ‘misschien leren ze onderweg wel van bruine kiekendieven, die ook naar het zuidwesten trekken.’
Ornitholoog Wouter Vansteelant ontdekte dat wespendieven bij de trek naar het noorden een omweg maken over West-Afrika, tegen de wind in, zodat ze later boven de woestijn van gunstige windstromen kunnen profiteren. Daarmee liet hij zien dat deze vogels vooruit kunnen denken.
Verwondering
Jantien de Boer heeft een serie prachtige verhalen verzameld van gepassioneerde vogelonderzoekers die vertellen over de vaak nog onbekende eigenschappen van vogels. Wondervogels is een boek dat de lezer anders naar dieren laat kijken. Jantien de Boer. Wondervogels. Wat vogels ons vertellen. Uitgeverij Noordboek, Gorredijk 2025. 168 blz. € 22,90.