De aanschaf van een camera voor vogelfotografie

Voor elke vogelaar komt er vroeg of laat een moment waarop je naast het kijken naar vogels, de vogels ook wilt vastleggen. Of je nou gaat voor ‘bewijsplaatjes’ of voor een mooi portret, voor allebei zal dit artikel proberen wat eerste handvatten geven. Want welke camera is nou handig voor vogelfotografie? Dat gaan we eens bekijken door in te gaan op de body (de ‘kale’ camera zonder lens) en de lens.

Welke camera kies je voor vogelfotografie?

Welke camera je aanschaft zal van verschillende factoren afhangen. Denk hierbij aan het budget dat je beschikbaar hebt of hoe zwaar een camera maximaal mag zijn als je er veel mee wandelt. De keuze wordt niet makkelijker gemaakt door het enorme aanbod aan camera’s, lenzen en accessoires op de markt. Met onderstaande informatie en adviezen hopen we je een beetje op weg te helpen bij die keuze.

Type camera’s

Je kunt camera’s in ruwweg drie categorieën onderverdelen: mobiele telefoons, compact camera’s en spiegelreflex-/systeemcamera’s. Van mobiele telefoons verwacht je logischerwijs dat ze zich niet lenen voor vogelfotografie in verband met hun beperkte bereik, maar schijn bedriegt! Je kunt er namelijk uitstekend mee digiscopen. Digiscoping is een zeer interessante techniek, maar is wel een verhaal apart. In toekomstige artikelen komen we hierop terug. In dit artikel richten we ons op compactcamera’s (camera en lens zijn met elkaar verbonden) en op spiegelreflex-/systeemcamera’s (camera en lens kunnen losgekoppeld worden en lenzen zijn uitwisselbaar). Bij die laatste wordt de camera ook wel ‘body’ genoemd.

Er zijn veel verschillende merken en modellen op de markt, maar uiteindelijk zijn een paar aspecten het meest van belang bij vogelfotografie. Om te beginnen het aantal beelden dat een camera per seconde kan vastleggen. Vogels kunnen snel bewegen, denk aan het foerageren of het langsvliegen op snelheid (hierbij is ook een snelle autofocus bepaald geen overbodige luxe). Het verschil tussen bijvoorbeeld 4 en 10 beelden per seconden kan net het verschil zijn tussen het wel of niet vastleggen van dat ene moment dat je graag op de foto wilt krijgen. Denk hierbij aan korte momenten waarop bepaalde kenmerken goed zichtbaar zijn (zoals een overvliegende wespendief waarvan je goed de staart en de ondervleugels in beeld wilt brengen voor determinatie), of het moment waarop de vogel gedrag vertoont dat je vast probeert te leggen (zoals een boomvalk die in een flits een libelle uit de lucht grist).

Snelle geheugenkaarten

Aansluitend hierop is het verstandig een geheugenkaart aan te schaffen met een snelle schrijfsnelheid. Een body die hoge ISO-waarden aankan zonder te veel kwaliteitsverlies is ook fijn om snelle sluitertijden te behouden. Een hoge ISO-waarde levert kortere sluitertijden op maar levert ook meer ruis op. Dit geeft een ‘korrelig’ effect op het beeld en is doorgaans dus niet wenselijk. De sensor is ook een belangrijk onderdeel van de body om rekening mee te houden. Dat geldt met name het aantal megapixels. Een voordeel van camera’s met veel megapixels is dat je meer kan bijsnijden uit je foto terwijl de kwaliteit hoog blijft.

Lenzen

Bij compactcamera’s is je zoektocht na het kiezen van de camera voorbij. De camera en de lens zijn immers een onlosmakelijke eenheid. Bij spiegelreflex-/systeemcamera’s ben je pas op de helft. Je hebt namelijk nog een lens nodig om je camera te kunnen gebruiken.

Het spreekt voor zich, maar let er op dat de lens die je koopt ook op de body past. Elk merk heeft zijn eigen assortiment lenzen die alleen op de bijbehorende camera’s passen. Een uitzondering hierop zijn merken die lenzen maken voor andere camera’s, denk bijvoorbeeld aan Sigma en Tamron.

Het aantal millimeters dat op de lens staat vermeld is de brandpuntafstand. Vergelijk dit getal met de vergrotingsfactor op verrekijkers. Hoe hoger het getal, hoe meer de lens het onderwerp naar voren haalt. Bij vogelfotografie wil je over het algemeen hoog in de millimeters zitten omdat de meeste vogels nou eenmaal sterk hechten aan hun (vrij ruime) ‘personal space’. Vanaf 300mm kan je al vrij goed vogels fotograferen. Vaak wil je echter nog wel meer om ze wat groter in beeld te krijgen. Tussen de 300 en 600mm zijn er veel verschillende modellen waartussen ook enkele zoomlenzen (lenzen met een variabel aantal millimeters, b.v. 200-600mm).

Tenslotte is beeldstabilisatie ook heel fijn om te hebben. Hierdoor kunnen de trillingen die jouw eigen bewegingen veroorzaken worden gecorrigeerd en hou je scherpere foto’s over.