Serieuze vogelaar
Een beetje serieuze vogelaar raakt al gauw in vervoering van een Hume’s bladkoning, een Ross’ meeuw of – beter nog – een ivoormeeuw. En is de één helemaal gek van zeevogels, de ander kan zijn geluk niet op bij – al dan niet zeldzame – phyllo’s. Typisch van die soorten die voor de leek nauwelijks uit elkaar te houden zijn. In het ene geval voor de meesten gewoon ‘kleine bruine vogeltjes’ en over meeuwenkenners en hun determinatievaardigheden gaat het gerucht dat de ene helft geen idee heeft en de andere helft er simpelweg, maar met overtuiging, over liegt. Enfin, zoveel vogelaars zoveel favoriete soorten wil ik maar zeggen.

Niet populair
Wat deze serieuze vogelaars wél gemeen hebben is dat ze waarschijnlijk zonder uitzondering niet echt warmlopen voor de nijlgans. Hoofdreden: een exoot. En niet eens een echte gans trouwens. Daarbij is ‘ie ook nog eens invasief en overal luidruchtig aanwezig. Negeren dus dat beest!
Ook bij fotografen staat de soort over het algemeen niet erg hoog op de wensenlijst. IJsvogels, baardmannetjes, uilen en roofvogels wel, want die doen het goed op de social media. De nijlgans kom je er daarom weinig tegen. En toch.

Niet te onderdrukken neiging
Wanneer ik hier in de wijk jonge nijlganzen zie, kan ik de neiging niet onderdrukken om er een paar plaatjes van te schieten. In plaats van ze hooghartig te negeren, zoals een ‘echte’ vogelaar/fotograaf zou doen, sta ik mijzelf eens per jaar een half uurtje toe me helemaal uit te leven in deze ‘guilty pleasure’.
Voor dag en dauw ga ik dan op pad, bij voorkeur naar een rustige plek waar ik geen bekenden tegenkom. Voor de zekerheid kleed ik me in een onopvallende hoody, en doe een sjaal voor mijn gezicht zodat ik onherkenbaar ben voor het geval er toch iemand langskomt. Snel maak ik de plaatjes die ik wil. De gansjes werken altijd lekker mee, dus het is meestal zo gepiept. En voordat iemand er erg in heeft zit ik thuis weer achter de koffie.
Excuses
Vaak ben ik dan stiekem weer zo enthousiast over de foto’s dat ik er toch eentje ergens laat zien. Voor de zekerheid direct maar voorzien van de nodige excuses en argumenten: ik was er toevallig, prima onderwerpen om mee te experimenteren met belichting en dergelijke, het fotostockbureau vroeg erom, je staat er tenminste niet met twintig man etc.

Overigens zijn die excuses natuurlijk totaal overbodig. Bij bergbeklimmen kun je je tenslotte ook de ene dag richten op een zo moeilijk mogelijke route, terwijl je de andere dag kiest voor – wat in het Duits zo mooi heet – Genusskletterei: gewoon lekker in het zonnetje een gemakkelijke route klimmen en ondertussen genieten van het uitzicht en het mooie weer. Daar doet niemand gek of neerbuigend over.
De reacties (of het gebrek daaraan) op mijn nijlganzen laten me dan ook koud. Ik heb toch mooi maar weer even lekker in het bedauwde gras gelegen met om me heen vrolijke, jonge pluizenbollen. Een prima begin van de dag – ook voor de vogelaar.
6 reacties
hahaha leuk geschreven Hans. Ik leef zo’n beetje tussen de grauwe en witte ganzen en hier en daar een nijlgans. Ik zit er ongegeneerd tussen zonder vermomming . Ik ben dan ook geen vogelaar.. Je hebt me geïnspireerd met deze beelden. Vooral die laatste, ik ga snel weer op pad!
Ja! en niet alleen de pluizenbolletjes zijn prima fotografie-objecten – die stoere papa en mama ook! 😀
Een vogelaar vind ik pas een vogelaar als het iedere vogelsoort weet te waarderen.
Prachtige foto’s
Heerlijk om te lezen en mee te leven…pluizebollen
Geen beter pleasure dan een guilty pleasure. Topstuk!
Hulde aan de nijlgans en … aan vogelaars die deze nieuwkomer weten te waarderen!