Caroline (1971) keek al naar vogels in de wieg. Als kind struinde ze met haar verrekijker door de Haagse wijken. Ze slaat regelmatig haar vleugels uit om te helpen bij grenzeloze vogelbeschermingsprojecten. Zo woonde ze tussen wadvogels, verpleegde ze pinguïns en trainde ze papegaaien. Maar altijd keert ze terug naar haar nest, waar ze zich inzet voor het wapen van Den Haag: de ooievaar. Met haar persoonlijke excursies laat ze je ervaren dat de wereld één groot vogelparadijs is.