Onderdeel van Pixfactory

Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis

5 trucs om sneller vogelzang te leren 

Download GRATIS het ebook '14 tips om meer te genieten van vogels' en ontvang onze 2 wekelijkse nieuwsbrief met de meest recente artikelen op vogelskijken.nl

 
met deze 5 tips leer je vogelzang sneller kennen.
Zingende Gekraagde Roodstaart. Fotograaf: Gejo Wassink

“Hoe doe je dat toch?“ Tijdens excursies hoor ik die verzuchting vaak als ik in de kakofonie van het ochtendkoor vertel welke soort waar zingt. Maar iedereen kan het leren en je moet ergens beginnen. Hier zijn vijf trucs die je helpen vogelzang sneller te leren kennen en onthouden.     

1: Geduld…

Misschien een beetje flauw, maar: geduld! Vogelzang internaliseer je niet in één voorjaar. Net als je die gekraagde roodstaart (Bodo Sonnenburg) 

“Hoe doe je dat toch?“ Tijdens excursies hoor ik die verzuchting vaak als ik in de kakofonie van het ochtendkoor vertel welke soort waar zingt. Maar iedereen kan het leren en je moet ergens beginnen. Hier zijn vijf trucs die je helpen vogelzang sneller te leren kennen en onthouden.     

1: Geduld…

Misschien een beetje flauw, maar: geduld! Vogelzang internaliseer je niet in één voorjaar. Net als je die gekraagde roodstaart (Bodo Sonnenburg) 

of braamsluiper (Nicolas Martinez) 

onder de knie hebt, trekt de soort weg en hoor je ‘m een maand of negen, tien niet meer. Het voorjaar erop wil het kwartje dan vaak niet meteen vallen (‘wat was dat ook alweer?’). Maar juist dat is een belangrijk onderdeel van het leerproces. En vergeet niet: het is ook veel, met al die soorten, variatie, zang en roep enz. 

2: Twaalf geluiden om op te focussen

Probeer daarom niet alles in één keer, maar concentreer je eerst op de meest courante geluiden. Begin met deze twaalf soorten en breidt daarna uit.  

  1. Tjiftjaf (Olivier Swift)

Meestal tussen maart en augustus te horen, maar incidenteel ook in andere maanden. Een makkelijke, want een onomatopee: met een beetje fantasie zingt hij zijn eigen naam.  

  1. Zwartkop (Lars Edenius)

Stiekem heel algemeen. Dat merk je als je de vogelzang van deze soort kent. Te horen van eind maart tot in juli. 

Zingende mannetjes Zwartkop
Zingende zwartkop. Fotograaf: Michel Geven
  1. Merel (Helmut Schaffer)

Na een verkiezing gebombardeerd tot mooist zingende vogel (Vogel Top 100 – de merel zingt het mooist – Vroege Vogels – BNNVARA) . De soort die je in het voorjaar op onwelgevallig vroege tijden wakker zingt.  

  1. Zanglijster (Helmut Schaffer)

De slome puber van het stel. Geen Nederlandse soort zingt zo langzaam als de zanglijster. Mooie, heldere elementen, maar traag. En met veel, vaak secondenlange pauzes. Zingt bijna jaarrond. 

  1. Roodborst (Manuel Grosselet)

Eigenlijk zingen ze een beetje vals. Maar karakteristiek is het wel. 

  1. Winterkoning (Olivier Swift)

Iemand wil hier compenseren voor een gebrek aan formaat… De op twee na kleinste broedvogel van Europa produceert een hoop volume. Het ‘trillertje’ middenin is kenmerkend.  

  1. Heggenmus (Lars Edenius)

De zang is als het vogeltje zelf: fraai in zijn eenvoud. Heel vroeg in het voorjaar, vanaf eind februari en maart, is het vaak de enige vogel die volop zingt. 

  1. Groenling (Jacob Ramil Millarengo)

In menig woonwijk, maar ook in natuurgebieden te beluisteren. De zang klinkt eigenlijk meer als een roep en doet denken aan een scheidsrechtersfluitje. En soms is er een zangelement dat wat wegheeft van Max Verstappen die met zijn bolide door de bocht scheurt.

  1. Pimpelmees (Olivier Swift – boven) en 
  2. Koolmees (Uka Paal – onder)

Koolmees zingt en roept heel variabel. Soms lijken ze best op de pimpelmees, maar andersom eigenlijk nooit! Het is in elk geval handig om te weten dat je één van de twee voor je hebt. 

  1. Fitis (Lars Edenius)

De boodschapper van het voorjaar zingt van eind maart tot in juni, soms juli. Hij begint vol goede moed, maar lijkt tijdens zijn lied steeds onzekerder en melancholischer te worden. 

  1. Vink

Een algemene bosvogel die ook in parken en tuinen broedt, bekend om de ‘vinkenslag’ helemaal aan het einde van zijn zang.  

Vink mannetje
Vink mannetje. Fotograaf: Jurgen Maassen

3: Apps: een vloek en een zegen

Er zijn apps op de markt waarmee je geluiden op kunt nemen en die je dan vervolgens helpen met de determinatie van de vogelzang.  Ze geven een procentuele kans dat het soort x of y is. Je krijgt dan bijvoorbeeld: 89% match met zwartkop, 39% tuinfluiter en 23% grasmus. Dat kan handig zijn als je geen idee hebt wat je hoort of als je juist twijfelt tussen twee soorten. Alleen: mensen leren dieper als ze zelf ergens achter komen dan wanneer iets wordt voorgezegd. En je wilt juist dat het blijft hangen. Er is dus ook een valkuil. Wat je beter kunt doen is de app gebruiken als check van je eigen vermoedens. 

4: Verzin ezelsbruggetjes voor vogelzang

Bedenk ezelsbruggetjes die je makkelijk onthoudt. Bij excursies vertel ik bijvoorbeeld over het bekende struikelblok zwartkop of tuinfluiter: zwartkop is de sweet talker die met zoete woordjes wil verleidenTuinfluiter (Marc Anderson) is de ruwe bolster die dat snel en met rauwe, stoere praat probeert.

  Of deze voor jou werkt, weet ik niet, maar het principe van ezelbruggetjes zelf werkt goed!  

Zingende Tuinfluiter
Zingende Tuinfluiter. Fotograaf: Bert Ooms

5: Gebruik je telefoon

Tot slot: gebruik je telefoon! Je kunt ieder geluid als ringtone én alarm instellen, dus ook vogelzang. Neem er twee van die twaalf en gebruik die wekenlang. Dat werkt als een wasmiddelreclame: bloedirritant, maar je onthoudt het wel. Dat je op de fiets zit, denkt dat je gebeld wordt (of op moet staan), maar dan blijkt het een echte Zwartkop te zijn! Ik doe dat zelf ook voor doelsoorten die ik op verre reizen wil zien. Zo had ik eerder dit jaar de heimelijk levende Indian Pitta (Oscar Campbell) als wekker. En wat denk je? Gezien in India!  

of braamsluiper (Nicolas Martinez) 

“Hoe doe je dat toch?“ Tijdens excursies hoor ik die verzuchting vaak als ik in de kakofonie van het ochtendkoor vertel welke soort waar zingt. Maar iedereen kan het leren en je moet ergens beginnen. Hier zijn vijf trucs die je helpen vogelzang sneller te leren kennen en onthouden.     

1: Geduld…

Misschien een beetje flauw, maar: geduld! Vogelzang internaliseer je niet in één voorjaar. Net als je die gekraagde roodstaart (Bodo Sonnenburg) 

of braamsluiper (Nicolas Martinez) 

onder de knie hebt, trekt de soort weg en hoor je ‘m een maand of negen, tien niet meer. Het voorjaar erop wil het kwartje dan vaak niet meteen vallen (‘wat was dat ook alweer?’). Maar juist dat is een belangrijk onderdeel van het leerproces. En vergeet niet: het is ook veel, met al die soorten, variatie, zang en roep enz. 

2: Twaalf geluiden om op te focussen

Probeer daarom niet alles in één keer, maar concentreer je eerst op de meest courante geluiden. Begin met deze twaalf soorten en breidt daarna uit.  

  1. Tjiftjaf (Olivier Swift)

Meestal tussen maart en augustus te horen, maar incidenteel ook in andere maanden. Een makkelijke, want een onomatopee: met een beetje fantasie zingt hij zijn eigen naam.  

  1. Zwartkop (Lars Edenius)

Stiekem heel algemeen. Dat merk je als je de vogelzang van deze soort kent. Te horen van eind maart tot in juli. 

Zingende mannetjes Zwartkop
Zingende zwartkop. Fotograaf: Michel Geven
  1. Merel (Helmut Schaffer)

Na een verkiezing gebombardeerd tot mooist zingende vogel (Vogel Top 100 – de merel zingt het mooist – Vroege Vogels – BNNVARA) . De soort die je in het voorjaar op onwelgevallig vroege tijden wakker zingt.  

  1. Zanglijster (Helmut Schaffer)

De slome puber van het stel. Geen Nederlandse soort zingt zo langzaam als de zanglijster. Mooie, heldere elementen, maar traag. En met veel, vaak secondenlange pauzes. Zingt bijna jaarrond. 

  1. Roodborst (Manuel Grosselet)

Eigenlijk zingen ze een beetje vals. Maar karakteristiek is het wel. 

  1. Winterkoning (Olivier Swift)

Iemand wil hier compenseren voor een gebrek aan formaat… De op twee na kleinste broedvogel van Europa produceert een hoop volume. Het ‘trillertje’ middenin is kenmerkend.  

  1. Heggenmus (Lars Edenius)

De zang is als het vogeltje zelf: fraai in zijn eenvoud. Heel vroeg in het voorjaar, vanaf eind februari en maart, is het vaak de enige vogel die volop zingt. 

  1. Groenling (Jacob Ramil Millarengo)

In menig woonwijk, maar ook in natuurgebieden te beluisteren. De zang klinkt eigenlijk meer als een roep en doet denken aan een scheidsrechtersfluitje. En soms is er een zangelement dat wat wegheeft van Max Verstappen die met zijn bolide door de bocht scheurt.

  1. Pimpelmees (Olivier Swift – boven) en 
  2. Koolmees (Uka Paal – onder)

Koolmees zingt en roept heel variabel. Soms lijken ze best op de pimpelmees, maar andersom eigenlijk nooit! Het is in elk geval handig om te weten dat je één van de twee voor je hebt. 

  1. Fitis (Lars Edenius)

De boodschapper van het voorjaar zingt van eind maart tot in juni, soms juli. Hij begint vol goede moed, maar lijkt tijdens zijn lied steeds onzekerder en melancholischer te worden. 

  1. Vink

Een algemene bosvogel die ook in parken en tuinen broedt, bekend om de ‘vinkenslag’ helemaal aan het einde van zijn zang.  

Vink mannetje
Vink mannetje. Fotograaf: Jurgen Maassen

3: Apps: een vloek en een zegen

Er zijn apps op de markt waarmee je geluiden op kunt nemen en die je dan vervolgens helpen met de determinatie van de vogelzang.  Ze geven een procentuele kans dat het soort x of y is. Je krijgt dan bijvoorbeeld: 89% match met zwartkop, 39% tuinfluiter en 23% grasmus. Dat kan handig zijn als je geen idee hebt wat je hoort of als je juist twijfelt tussen twee soorten. Alleen: mensen leren dieper als ze zelf ergens achter komen dan wanneer iets wordt voorgezegd. En je wilt juist dat het blijft hangen. Er is dus ook een valkuil. Wat je beter kunt doen is de app gebruiken als check van je eigen vermoedens. 

4: Verzin ezelsbruggetjes voor vogelzang

Bedenk ezelsbruggetjes die je makkelijk onthoudt. Bij excursies vertel ik bijvoorbeeld over het bekende struikelblok zwartkop of tuinfluiter: zwartkop is de sweet talker die met zoete woordjes wil verleidenTuinfluiter (Marc Anderson) is de ruwe bolster die dat snel en met rauwe, stoere praat probeert.

  Of deze voor jou werkt, weet ik niet, maar het principe van ezelbruggetjes zelf werkt goed!  

Zingende Tuinfluiter
Zingende Tuinfluiter. Fotograaf: Bert Ooms

5: Gebruik je telefoon

Tot slot: gebruik je telefoon! Je kunt ieder geluid als ringtone én alarm instellen, dus ook vogelzang. Neem er twee van die twaalf en gebruik die wekenlang. Dat werkt als een wasmiddelreclame: bloedirritant, maar je onthoudt het wel. Dat je op de fiets zit, denkt dat je gebeld wordt (of op moet staan), maar dan blijkt het een echte Zwartkop te zijn! Ik doe dat zelf ook voor doelsoorten die ik op verre reizen wil zien. Zo had ik eerder dit jaar de heimelijk levende Indian Pitta (Oscar Campbell) als wekker. En wat denk je? Gezien in India!  

onder de knie hebt, trekt de soort weg en hoor je ‘m een maand of negen, tien niet meer. Het voorjaar erop wil het kwartje dan vaak niet meteen vallen (‘wat was dat ook alweer?’). Maar juist dat is een belangrijk onderdeel van het leerproces. En vergeet niet: het is ook veel, met al die soorten, variatie, zang en roep enz. 

2: Twaalf geluiden om op te focussen

Probeer daarom niet alles in één keer, maar concentreer je eerst op de meest courante geluiden. Begin met deze twaalf soorten en breidt daarna uit.  

  1. Tjiftjaf (Olivier Swift)

“Hoe doe je dat toch?“ Tijdens excursies hoor ik die verzuchting vaak als ik in de kakofonie van het ochtendkoor vertel welke soort waar zingt. Maar iedereen kan het leren en je moet ergens beginnen. Hier zijn vijf trucs die je helpen vogelzang sneller te leren kennen en onthouden.     

1: Geduld…

Misschien een beetje flauw, maar: geduld! Vogelzang internaliseer je niet in één voorjaar. Net als je die gekraagde roodstaart (Bodo Sonnenburg) 

of braamsluiper (Nicolas Martinez) 

onder de knie hebt, trekt de soort weg en hoor je ‘m een maand of negen, tien niet meer. Het voorjaar erop wil het kwartje dan vaak niet meteen vallen (‘wat was dat ook alweer?’). Maar juist dat is een belangrijk onderdeel van het leerproces. En vergeet niet: het is ook veel, met al die soorten, variatie, zang en roep enz. 

2: Twaalf geluiden om op te focussen

Probeer daarom niet alles in één keer, maar concentreer je eerst op de meest courante geluiden. Begin met deze twaalf soorten en breidt daarna uit.  

  1. Tjiftjaf (Olivier Swift)

Meestal tussen maart en augustus te horen, maar incidenteel ook in andere maanden. Een makkelijke, want een onomatopee: met een beetje fantasie zingt hij zijn eigen naam.  

  1. Zwartkop (Lars Edenius)

Stiekem heel algemeen. Dat merk je als je de vogelzang van deze soort kent. Te horen van eind maart tot in juli. 

Zingende mannetjes Zwartkop
Zingende zwartkop. Fotograaf: Michel Geven
  1. Merel (Helmut Schaffer)

Na een verkiezing gebombardeerd tot mooist zingende vogel (Vogel Top 100 – de merel zingt het mooist – Vroege Vogels – BNNVARA) . De soort die je in het voorjaar op onwelgevallig vroege tijden wakker zingt.  

  1. Zanglijster (Helmut Schaffer)

De slome puber van het stel. Geen Nederlandse soort zingt zo langzaam als de zanglijster. Mooie, heldere elementen, maar traag. En met veel, vaak secondenlange pauzes. Zingt bijna jaarrond. 

  1. Roodborst (Manuel Grosselet)

Eigenlijk zingen ze een beetje vals. Maar karakteristiek is het wel. 

  1. Winterkoning (Olivier Swift)

Iemand wil hier compenseren voor een gebrek aan formaat… De op twee na kleinste broedvogel van Europa produceert een hoop volume. Het ‘trillertje’ middenin is kenmerkend.  

  1. Heggenmus (Lars Edenius)

De zang is als het vogeltje zelf: fraai in zijn eenvoud. Heel vroeg in het voorjaar, vanaf eind februari en maart, is het vaak de enige vogel die volop zingt. 

  1. Groenling (Jacob Ramil Millarengo)

In menig woonwijk, maar ook in natuurgebieden te beluisteren. De zang klinkt eigenlijk meer als een roep en doet denken aan een scheidsrechtersfluitje. En soms is er een zangelement dat wat wegheeft van Max Verstappen die met zijn bolide door de bocht scheurt.

  1. Pimpelmees (Olivier Swift – boven) en 
  2. Koolmees (Uka Paal – onder)

Koolmees zingt en roept heel variabel. Soms lijken ze best op de pimpelmees, maar andersom eigenlijk nooit! Het is in elk geval handig om te weten dat je één van de twee voor je hebt. 

  1. Fitis (Lars Edenius)

De boodschapper van het voorjaar zingt van eind maart tot in juni, soms juli. Hij begint vol goede moed, maar lijkt tijdens zijn lied steeds onzekerder en melancholischer te worden. 

  1. Vink

Een algemene bosvogel die ook in parken en tuinen broedt, bekend om de ‘vinkenslag’ helemaal aan het einde van zijn zang.  

Vink mannetje
Vink mannetje. Fotograaf: Jurgen Maassen

3: Apps: een vloek en een zegen

Er zijn apps op de markt waarmee je geluiden op kunt nemen en die je dan vervolgens helpen met de determinatie van de vogelzang.  Ze geven een procentuele kans dat het soort x of y is. Je krijgt dan bijvoorbeeld: 89% match met zwartkop, 39% tuinfluiter en 23% grasmus. Dat kan handig zijn als je geen idee hebt wat je hoort of als je juist twijfelt tussen twee soorten. Alleen: mensen leren dieper als ze zelf ergens achter komen dan wanneer iets wordt voorgezegd. En je wilt juist dat het blijft hangen. Er is dus ook een valkuil. Wat je beter kunt doen is de app gebruiken als check van je eigen vermoedens. 

4: Verzin ezelsbruggetjes voor vogelzang

Bedenk ezelsbruggetjes die je makkelijk onthoudt. Bij excursies vertel ik bijvoorbeeld over het bekende struikelblok zwartkop of tuinfluiter: zwartkop is de sweet talker die met zoete woordjes wil verleidenTuinfluiter (Marc Anderson) is de ruwe bolster die dat snel en met rauwe, stoere praat probeert.

  Of deze voor jou werkt, weet ik niet, maar het principe van ezelbruggetjes zelf werkt goed!  

Zingende Tuinfluiter
Zingende Tuinfluiter. Fotograaf: Bert Ooms

5: Gebruik je telefoon

Tot slot: gebruik je telefoon! Je kunt ieder geluid als ringtone én alarm instellen, dus ook vogelzang. Neem er twee van die twaalf en gebruik die wekenlang. Dat werkt als een wasmiddelreclame: bloedirritant, maar je onthoudt het wel. Dat je op de fiets zit, denkt dat je gebeld wordt (of op moet staan), maar dan blijkt het een echte Zwartkop te zijn! Ik doe dat zelf ook voor doelsoorten die ik op verre reizen wil zien. Zo had ik eerder dit jaar de heimelijk levende Indian Pitta (Oscar Campbell) als wekker. En wat denk je? Gezien in India!  

Meestal tussen maart en augustus te horen, maar incidenteel ook in andere maanden. Een makkelijke, want een onomatopee: met een beetje fantasie zingt hij zijn eigen naam.  

  1. Zwartkop (Lars Edenius)

“Hoe doe je dat toch?“ Tijdens excursies hoor ik die verzuchting vaak als ik in de kakofonie van het ochtendkoor vertel welke soort waar zingt. Maar iedereen kan het leren en je moet ergens beginnen. Hier zijn vijf trucs die je helpen vogelzang sneller te leren kennen en onthouden.     

1: Geduld…

Misschien een beetje flauw, maar: geduld! Vogelzang internaliseer je niet in één voorjaar. Net als je die gekraagde roodstaart (Bodo Sonnenburg) 

of braamsluiper (Nicolas Martinez) 

onder de knie hebt, trekt de soort weg en hoor je ‘m een maand of negen, tien niet meer. Het voorjaar erop wil het kwartje dan vaak niet meteen vallen (‘wat was dat ook alweer?’). Maar juist dat is een belangrijk onderdeel van het leerproces. En vergeet niet: het is ook veel, met al die soorten, variatie, zang en roep enz. 

2: Twaalf geluiden om op te focussen

Probeer daarom niet alles in één keer, maar concentreer je eerst op de meest courante geluiden. Begin met deze twaalf soorten en breidt daarna uit.  

  1. Tjiftjaf (Olivier Swift)

Meestal tussen maart en augustus te horen, maar incidenteel ook in andere maanden. Een makkelijke, want een onomatopee: met een beetje fantasie zingt hij zijn eigen naam.  

  1. Zwartkop (Lars Edenius)

Stiekem heel algemeen. Dat merk je als je de vogelzang van deze soort kent. Te horen van eind maart tot in juli. 

Zingende mannetjes Zwartkop
Zingende zwartkop. Fotograaf: Michel Geven
  1. Merel (Helmut Schaffer)

Na een verkiezing gebombardeerd tot mooist zingende vogel (Vogel Top 100 – de merel zingt het mooist – Vroege Vogels – BNNVARA) . De soort die je in het voorjaar op onwelgevallig vroege tijden wakker zingt.  

  1. Zanglijster (Helmut Schaffer)

De slome puber van het stel. Geen Nederlandse soort zingt zo langzaam als de zanglijster. Mooie, heldere elementen, maar traag. En met veel, vaak secondenlange pauzes. Zingt bijna jaarrond. 

  1. Roodborst (Manuel Grosselet)

Eigenlijk zingen ze een beetje vals. Maar karakteristiek is het wel. 

  1. Winterkoning (Olivier Swift)

Iemand wil hier compenseren voor een gebrek aan formaat… De op twee na kleinste broedvogel van Europa produceert een hoop volume. Het ‘trillertje’ middenin is kenmerkend.  

  1. Heggenmus (Lars Edenius)

De zang is als het vogeltje zelf: fraai in zijn eenvoud. Heel vroeg in het voorjaar, vanaf eind februari en maart, is het vaak de enige vogel die volop zingt. 

  1. Groenling (Jacob Ramil Millarengo)

In menig woonwijk, maar ook in natuurgebieden te beluisteren. De zang klinkt eigenlijk meer als een roep en doet denken aan een scheidsrechtersfluitje. En soms is er een zangelement dat wat wegheeft van Max Verstappen die met zijn bolide door de bocht scheurt.

  1. Pimpelmees (Olivier Swift – boven) en 
  2. Koolmees (Uka Paal – onder)

Koolmees zingt en roept heel variabel. Soms lijken ze best op de pimpelmees, maar andersom eigenlijk nooit! Het is in elk geval handig om te weten dat je één van de twee voor je hebt. 

  1. Fitis (Lars Edenius)

De boodschapper van het voorjaar zingt van eind maart tot in juni, soms juli. Hij begint vol goede moed, maar lijkt tijdens zijn lied steeds onzekerder en melancholischer te worden. 

  1. Vink

Een algemene bosvogel die ook in parken en tuinen broedt, bekend om de ‘vinkenslag’ helemaal aan het einde van zijn zang.  

Vink mannetje
Vink mannetje. Fotograaf: Jurgen Maassen

3: Apps: een vloek en een zegen

Er zijn apps op de markt waarmee je geluiden op kunt nemen en die je dan vervolgens helpen met de determinatie van de vogelzang.  Ze geven een procentuele kans dat het soort x of y is. Je krijgt dan bijvoorbeeld: 89% match met zwartkop, 39% tuinfluiter en 23% grasmus. Dat kan handig zijn als je geen idee hebt wat je hoort of als je juist twijfelt tussen twee soorten. Alleen: mensen leren dieper als ze zelf ergens achter komen dan wanneer iets wordt voorgezegd. En je wilt juist dat het blijft hangen. Er is dus ook een valkuil. Wat je beter kunt doen is de app gebruiken als check van je eigen vermoedens. 

4: Verzin ezelsbruggetjes voor vogelzang

Bedenk ezelsbruggetjes die je makkelijk onthoudt. Bij excursies vertel ik bijvoorbeeld over het bekende struikelblok zwartkop of tuinfluiter: zwartkop is de sweet talker die met zoete woordjes wil verleidenTuinfluiter (Marc Anderson) is de ruwe bolster die dat snel en met rauwe, stoere praat probeert.

  Of deze voor jou werkt, weet ik niet, maar het principe van ezelbruggetjes zelf werkt goed!  

Zingende Tuinfluiter
Zingende Tuinfluiter. Fotograaf: Bert Ooms

5: Gebruik je telefoon

Tot slot: gebruik je telefoon! Je kunt ieder geluid als ringtone én alarm instellen, dus ook vogelzang. Neem er twee van die twaalf en gebruik die wekenlang. Dat werkt als een wasmiddelreclame: bloedirritant, maar je onthoudt het wel. Dat je op de fiets zit, denkt dat je gebeld wordt (of op moet staan), maar dan blijkt het een echte Zwartkop te zijn! Ik doe dat zelf ook voor doelsoorten die ik op verre reizen wil zien. Zo had ik eerder dit jaar de heimelijk levende Indian Pitta (Oscar Campbell) als wekker. En wat denk je? Gezien in India!  

Stiekem heel algemeen. Dat merk je als je de vogelzang van deze soort kent. Te horen van eind maart tot in juli. 

Zingende mannetjes Zwartkop
Zingende zwartkop. Fotograaf: Michel Geven
  1. Merel (Helmut Schaffer)

“Hoe doe je dat toch?“ Tijdens excursies hoor ik die verzuchting vaak als ik in de kakofonie van het ochtendkoor vertel welke soort waar zingt. Maar iedereen kan het leren en je moet ergens beginnen. Hier zijn vijf trucs die je helpen vogelzang sneller te leren kennen en onthouden.     

1: Geduld…

Misschien een beetje flauw, maar: geduld! Vogelzang internaliseer je niet in één voorjaar. Net als je die gekraagde roodstaart (Bodo Sonnenburg) 

of braamsluiper (Nicolas Martinez) 

onder de knie hebt, trekt de soort weg en hoor je ‘m een maand of negen, tien niet meer. Het voorjaar erop wil het kwartje dan vaak niet meteen vallen (‘wat was dat ook alweer?’). Maar juist dat is een belangrijk onderdeel van het leerproces. En vergeet niet: het is ook veel, met al die soorten, variatie, zang en roep enz. 

2: Twaalf geluiden om op te focussen

Probeer daarom niet alles in één keer, maar concentreer je eerst op de meest courante geluiden. Begin met deze twaalf soorten en breidt daarna uit.  

  1. Tjiftjaf (Olivier Swift)

Meestal tussen maart en augustus te horen, maar incidenteel ook in andere maanden. Een makkelijke, want een onomatopee: met een beetje fantasie zingt hij zijn eigen naam.  

  1. Zwartkop (Lars Edenius)

Stiekem heel algemeen. Dat merk je als je de vogelzang van deze soort kent. Te horen van eind maart tot in juli. 

Zingende mannetjes Zwartkop
Zingende zwartkop. Fotograaf: Michel Geven
  1. Merel (Helmut Schaffer)

Na een verkiezing gebombardeerd tot mooist zingende vogel (Vogel Top 100 – de merel zingt het mooist – Vroege Vogels – BNNVARA) . De soort die je in het voorjaar op onwelgevallig vroege tijden wakker zingt.  

  1. Zanglijster (Helmut Schaffer)

De slome puber van het stel. Geen Nederlandse soort zingt zo langzaam als de zanglijster. Mooie, heldere elementen, maar traag. En met veel, vaak secondenlange pauzes. Zingt bijna jaarrond. 

  1. Roodborst (Manuel Grosselet)

Eigenlijk zingen ze een beetje vals. Maar karakteristiek is het wel. 

  1. Winterkoning (Olivier Swift)

Iemand wil hier compenseren voor een gebrek aan formaat… De op twee na kleinste broedvogel van Europa produceert een hoop volume. Het ‘trillertje’ middenin is kenmerkend.  

  1. Heggenmus (Lars Edenius)

De zang is als het vogeltje zelf: fraai in zijn eenvoud. Heel vroeg in het voorjaar, vanaf eind februari en maart, is het vaak de enige vogel die volop zingt. 

  1. Groenling (Jacob Ramil Millarengo)

In menig woonwijk, maar ook in natuurgebieden te beluisteren. De zang klinkt eigenlijk meer als een roep en doet denken aan een scheidsrechtersfluitje. En soms is er een zangelement dat wat wegheeft van Max Verstappen die met zijn bolide door de bocht scheurt.

  1. Pimpelmees (Olivier Swift – boven) en 
  2. Koolmees (Uka Paal – onder)

Koolmees zingt en roept heel variabel. Soms lijken ze best op de pimpelmees, maar andersom eigenlijk nooit! Het is in elk geval handig om te weten dat je één van de twee voor je hebt. 

  1. Fitis (Lars Edenius)

De boodschapper van het voorjaar zingt van eind maart tot in juni, soms juli. Hij begint vol goede moed, maar lijkt tijdens zijn lied steeds onzekerder en melancholischer te worden. 

  1. Vink

Een algemene bosvogel die ook in parken en tuinen broedt, bekend om de ‘vinkenslag’ helemaal aan het einde van zijn zang.  

Vink mannetje
Vink mannetje. Fotograaf: Jurgen Maassen

3: Apps: een vloek en een zegen

Er zijn apps op de markt waarmee je geluiden op kunt nemen en die je dan vervolgens helpen met de determinatie van de vogelzang.  Ze geven een procentuele kans dat het soort x of y is. Je krijgt dan bijvoorbeeld: 89% match met zwartkop, 39% tuinfluiter en 23% grasmus. Dat kan handig zijn als je geen idee hebt wat je hoort of als je juist twijfelt tussen twee soorten. Alleen: mensen leren dieper als ze zelf ergens achter komen dan wanneer iets wordt voorgezegd. En je wilt juist dat het blijft hangen. Er is dus ook een valkuil. Wat je beter kunt doen is de app gebruiken als check van je eigen vermoedens. 

4: Verzin ezelsbruggetjes voor vogelzang

Bedenk ezelsbruggetjes die je makkelijk onthoudt. Bij excursies vertel ik bijvoorbeeld over het bekende struikelblok zwartkop of tuinfluiter: zwartkop is de sweet talker die met zoete woordjes wil verleidenTuinfluiter (Marc Anderson) is de ruwe bolster die dat snel en met rauwe, stoere praat probeert.

  Of deze voor jou werkt, weet ik niet, maar het principe van ezelbruggetjes zelf werkt goed!  

Zingende Tuinfluiter
Zingende Tuinfluiter. Fotograaf: Bert Ooms

5: Gebruik je telefoon

Tot slot: gebruik je telefoon! Je kunt ieder geluid als ringtone én alarm instellen, dus ook vogelzang. Neem er twee van die twaalf en gebruik die wekenlang. Dat werkt als een wasmiddelreclame: bloedirritant, maar je onthoudt het wel. Dat je op de fiets zit, denkt dat je gebeld wordt (of op moet staan), maar dan blijkt het een echte Zwartkop te zijn! Ik doe dat zelf ook voor doelsoorten die ik op verre reizen wil zien. Zo had ik eerder dit jaar de heimelijk levende Indian Pitta (Oscar Campbell) als wekker. En wat denk je? Gezien in India!  

Na een verkiezing gebombardeerd tot mooist zingende vogel (Vogel Top 100 – de merel zingt het mooist – Vroege Vogels – BNNVARA) . De soort die je in het voorjaar op onwelgevallig vroege tijden wakker zingt.  

  1. Zanglijster (Helmut Schaffer)

“Hoe doe je dat toch?“ Tijdens excursies hoor ik die verzuchting vaak als ik in de kakofonie van het ochtendkoor vertel welke soort waar zingt. Maar iedereen kan het leren en je moet ergens beginnen. Hier zijn vijf trucs die je helpen vogelzang sneller te leren kennen en onthouden.     

1: Geduld…

Misschien een beetje flauw, maar: geduld! Vogelzang internaliseer je niet in één voorjaar. Net als je die gekraagde roodstaart (Bodo Sonnenburg) 

of braamsluiper (Nicolas Martinez) 

onder de knie hebt, trekt de soort weg en hoor je ‘m een maand of negen, tien niet meer. Het voorjaar erop wil het kwartje dan vaak niet meteen vallen (‘wat was dat ook alweer?’). Maar juist dat is een belangrijk onderdeel van het leerproces. En vergeet niet: het is ook veel, met al die soorten, variatie, zang en roep enz. 

2: Twaalf geluiden om op te focussen

Probeer daarom niet alles in één keer, maar concentreer je eerst op de meest courante geluiden. Begin met deze twaalf soorten en breidt daarna uit.  

  1. Tjiftjaf (Olivier Swift)

Meestal tussen maart en augustus te horen, maar incidenteel ook in andere maanden. Een makkelijke, want een onomatopee: met een beetje fantasie zingt hij zijn eigen naam.  

  1. Zwartkop (Lars Edenius)

Stiekem heel algemeen. Dat merk je als je de vogelzang van deze soort kent. Te horen van eind maart tot in juli. 

Zingende mannetjes Zwartkop
Zingende zwartkop. Fotograaf: Michel Geven
  1. Merel (Helmut Schaffer)

Na een verkiezing gebombardeerd tot mooist zingende vogel (Vogel Top 100 – de merel zingt het mooist – Vroege Vogels – BNNVARA) . De soort die je in het voorjaar op onwelgevallig vroege tijden wakker zingt.  

  1. Zanglijster (Helmut Schaffer)

De slome puber van het stel. Geen Nederlandse soort zingt zo langzaam als de zanglijster. Mooie, heldere elementen, maar traag. En met veel, vaak secondenlange pauzes. Zingt bijna jaarrond. 

  1. Roodborst (Manuel Grosselet)

Eigenlijk zingen ze een beetje vals. Maar karakteristiek is het wel. 

  1. Winterkoning (Olivier Swift)

Iemand wil hier compenseren voor een gebrek aan formaat… De op twee na kleinste broedvogel van Europa produceert een hoop volume. Het ‘trillertje’ middenin is kenmerkend.  

  1. Heggenmus (Lars Edenius)

De zang is als het vogeltje zelf: fraai in zijn eenvoud. Heel vroeg in het voorjaar, vanaf eind februari en maart, is het vaak de enige vogel die volop zingt. 

  1. Groenling (Jacob Ramil Millarengo)

In menig woonwijk, maar ook in natuurgebieden te beluisteren. De zang klinkt eigenlijk meer als een roep en doet denken aan een scheidsrechtersfluitje. En soms is er een zangelement dat wat wegheeft van Max Verstappen die met zijn bolide door de bocht scheurt.

  1. Pimpelmees (Olivier Swift – boven) en 
  2. Koolmees (Uka Paal – onder)

Koolmees zingt en roept heel variabel. Soms lijken ze best op de pimpelmees, maar andersom eigenlijk nooit! Het is in elk geval handig om te weten dat je één van de twee voor je hebt. 

  1. Fitis (Lars Edenius)

De boodschapper van het voorjaar zingt van eind maart tot in juni, soms juli. Hij begint vol goede moed, maar lijkt tijdens zijn lied steeds onzekerder en melancholischer te worden. 

  1. Vink

Een algemene bosvogel die ook in parken en tuinen broedt, bekend om de ‘vinkenslag’ helemaal aan het einde van zijn zang.  

Vink mannetje
Vink mannetje. Fotograaf: Jurgen Maassen

3: Apps: een vloek en een zegen

Er zijn apps op de markt waarmee je geluiden op kunt nemen en die je dan vervolgens helpen met de determinatie van de vogelzang.  Ze geven een procentuele kans dat het soort x of y is. Je krijgt dan bijvoorbeeld: 89% match met zwartkop, 39% tuinfluiter en 23% grasmus. Dat kan handig zijn als je geen idee hebt wat je hoort of als je juist twijfelt tussen twee soorten. Alleen: mensen leren dieper als ze zelf ergens achter komen dan wanneer iets wordt voorgezegd. En je wilt juist dat het blijft hangen. Er is dus ook een valkuil. Wat je beter kunt doen is de app gebruiken als check van je eigen vermoedens. 

4: Verzin ezelsbruggetjes voor vogelzang

Bedenk ezelsbruggetjes die je makkelijk onthoudt. Bij excursies vertel ik bijvoorbeeld over het bekende struikelblok zwartkop of tuinfluiter: zwartkop is de sweet talker die met zoete woordjes wil verleidenTuinfluiter (Marc Anderson) is de ruwe bolster die dat snel en met rauwe, stoere praat probeert.

  Of deze voor jou werkt, weet ik niet, maar het principe van ezelbruggetjes zelf werkt goed!  

Zingende Tuinfluiter
Zingende Tuinfluiter. Fotograaf: Bert Ooms

5: Gebruik je telefoon

Tot slot: gebruik je telefoon! Je kunt ieder geluid als ringtone én alarm instellen, dus ook vogelzang. Neem er twee van die twaalf en gebruik die wekenlang. Dat werkt als een wasmiddelreclame: bloedirritant, maar je onthoudt het wel. Dat je op de fiets zit, denkt dat je gebeld wordt (of op moet staan), maar dan blijkt het een echte Zwartkop te zijn! Ik doe dat zelf ook voor doelsoorten die ik op verre reizen wil zien. Zo had ik eerder dit jaar de heimelijk levende Indian Pitta (Oscar Campbell) als wekker. En wat denk je? Gezien in India!  

De slome puber van het stel. Geen Nederlandse soort zingt zo langzaam als de zanglijster. Mooie, heldere elementen, maar traag. En met veel, vaak secondenlange pauzes. Zingt bijna jaarrond. 

  1. Roodborst (Manuel Grosselet)

“Hoe doe je dat toch?“ Tijdens excursies hoor ik die verzuchting vaak als ik in de kakofonie van het ochtendkoor vertel welke soort waar zingt. Maar iedereen kan het leren en je moet ergens beginnen. Hier zijn vijf trucs die je helpen vogelzang sneller te leren kennen en onthouden.     

1: Geduld…

Misschien een beetje flauw, maar: geduld! Vogelzang internaliseer je niet in één voorjaar. Net als je die gekraagde roodstaart (Bodo Sonnenburg) 

of braamsluiper (Nicolas Martinez) 

onder de knie hebt, trekt de soort weg en hoor je ‘m een maand of negen, tien niet meer. Het voorjaar erop wil het kwartje dan vaak niet meteen vallen (‘wat was dat ook alweer?’). Maar juist dat is een belangrijk onderdeel van het leerproces. En vergeet niet: het is ook veel, met al die soorten, variatie, zang en roep enz. 

2: Twaalf geluiden om op te focussen

Probeer daarom niet alles in één keer, maar concentreer je eerst op de meest courante geluiden. Begin met deze twaalf soorten en breidt daarna uit.  

  1. Tjiftjaf (Olivier Swift)

Meestal tussen maart en augustus te horen, maar incidenteel ook in andere maanden. Een makkelijke, want een onomatopee: met een beetje fantasie zingt hij zijn eigen naam.  

  1. Zwartkop (Lars Edenius)

Stiekem heel algemeen. Dat merk je als je de vogelzang van deze soort kent. Te horen van eind maart tot in juli. 

Zingende mannetjes Zwartkop
Zingende zwartkop. Fotograaf: Michel Geven
  1. Merel (Helmut Schaffer)

Na een verkiezing gebombardeerd tot mooist zingende vogel (Vogel Top 100 – de merel zingt het mooist – Vroege Vogels – BNNVARA) . De soort die je in het voorjaar op onwelgevallig vroege tijden wakker zingt.  

  1. Zanglijster (Helmut Schaffer)

De slome puber van het stel. Geen Nederlandse soort zingt zo langzaam als de zanglijster. Mooie, heldere elementen, maar traag. En met veel, vaak secondenlange pauzes. Zingt bijna jaarrond. 

  1. Roodborst (Manuel Grosselet)

Eigenlijk zingen ze een beetje vals. Maar karakteristiek is het wel. 

  1. Winterkoning (Olivier Swift)

Iemand wil hier compenseren voor een gebrek aan formaat… De op twee na kleinste broedvogel van Europa produceert een hoop volume. Het ‘trillertje’ middenin is kenmerkend.  

  1. Heggenmus (Lars Edenius)

De zang is als het vogeltje zelf: fraai in zijn eenvoud. Heel vroeg in het voorjaar, vanaf eind februari en maart, is het vaak de enige vogel die volop zingt. 

  1. Groenling (Jacob Ramil Millarengo)

In menig woonwijk, maar ook in natuurgebieden te beluisteren. De zang klinkt eigenlijk meer als een roep en doet denken aan een scheidsrechtersfluitje. En soms is er een zangelement dat wat wegheeft van Max Verstappen die met zijn bolide door de bocht scheurt.

  1. Pimpelmees (Olivier Swift – boven) en 
  2. Koolmees (Uka Paal – onder)

Koolmees zingt en roept heel variabel. Soms lijken ze best op de pimpelmees, maar andersom eigenlijk nooit! Het is in elk geval handig om te weten dat je één van de twee voor je hebt. 

  1. Fitis (Lars Edenius)

De boodschapper van het voorjaar zingt van eind maart tot in juni, soms juli. Hij begint vol goede moed, maar lijkt tijdens zijn lied steeds onzekerder en melancholischer te worden. 

  1. Vink

Een algemene bosvogel die ook in parken en tuinen broedt, bekend om de ‘vinkenslag’ helemaal aan het einde van zijn zang.  

Vink mannetje
Vink mannetje. Fotograaf: Jurgen Maassen

3: Apps: een vloek en een zegen

Er zijn apps op de markt waarmee je geluiden op kunt nemen en die je dan vervolgens helpen met de determinatie van de vogelzang.  Ze geven een procentuele kans dat het soort x of y is. Je krijgt dan bijvoorbeeld: 89% match met zwartkop, 39% tuinfluiter en 23% grasmus. Dat kan handig zijn als je geen idee hebt wat je hoort of als je juist twijfelt tussen twee soorten. Alleen: mensen leren dieper als ze zelf ergens achter komen dan wanneer iets wordt voorgezegd. En je wilt juist dat het blijft hangen. Er is dus ook een valkuil. Wat je beter kunt doen is de app gebruiken als check van je eigen vermoedens. 

4: Verzin ezelsbruggetjes voor vogelzang

Bedenk ezelsbruggetjes die je makkelijk onthoudt. Bij excursies vertel ik bijvoorbeeld over het bekende struikelblok zwartkop of tuinfluiter: zwartkop is de sweet talker die met zoete woordjes wil verleidenTuinfluiter (Marc Anderson) is de ruwe bolster die dat snel en met rauwe, stoere praat probeert.

  Of deze voor jou werkt, weet ik niet, maar het principe van ezelbruggetjes zelf werkt goed!  

Zingende Tuinfluiter
Zingende Tuinfluiter. Fotograaf: Bert Ooms

5: Gebruik je telefoon

Tot slot: gebruik je telefoon! Je kunt ieder geluid als ringtone én alarm instellen, dus ook vogelzang. Neem er twee van die twaalf en gebruik die wekenlang. Dat werkt als een wasmiddelreclame: bloedirritant, maar je onthoudt het wel. Dat je op de fiets zit, denkt dat je gebeld wordt (of op moet staan), maar dan blijkt het een echte Zwartkop te zijn! Ik doe dat zelf ook voor doelsoorten die ik op verre reizen wil zien. Zo had ik eerder dit jaar de heimelijk levende Indian Pitta (Oscar Campbell) als wekker. En wat denk je? Gezien in India!  

Eigenlijk zingen ze een beetje vals. Maar karakteristiek is het wel. 

  1. Winterkoning (Olivier Swift)

“Hoe doe je dat toch?“ Tijdens excursies hoor ik die verzuchting vaak als ik in de kakofonie van het ochtendkoor vertel welke soort waar zingt. Maar iedereen kan het leren en je moet ergens beginnen. Hier zijn vijf trucs die je helpen vogelzang sneller te leren kennen en onthouden.     

1: Geduld…

Misschien een beetje flauw, maar: geduld! Vogelzang internaliseer je niet in één voorjaar. Net als je die gekraagde roodstaart (Bodo Sonnenburg) 

of braamsluiper (Nicolas Martinez) 

onder de knie hebt, trekt de soort weg en hoor je ‘m een maand of negen, tien niet meer. Het voorjaar erop wil het kwartje dan vaak niet meteen vallen (‘wat was dat ook alweer?’). Maar juist dat is een belangrijk onderdeel van het leerproces. En vergeet niet: het is ook veel, met al die soorten, variatie, zang en roep enz. 

2: Twaalf geluiden om op te focussen

Probeer daarom niet alles in één keer, maar concentreer je eerst op de meest courante geluiden. Begin met deze twaalf soorten en breidt daarna uit.  

  1. Tjiftjaf (Olivier Swift)

Meestal tussen maart en augustus te horen, maar incidenteel ook in andere maanden. Een makkelijke, want een onomatopee: met een beetje fantasie zingt hij zijn eigen naam.  

  1. Zwartkop (Lars Edenius)

Stiekem heel algemeen. Dat merk je als je de vogelzang van deze soort kent. Te horen van eind maart tot in juli. 

Zingende mannetjes Zwartkop
Zingende zwartkop. Fotograaf: Michel Geven
  1. Merel (Helmut Schaffer)

Na een verkiezing gebombardeerd tot mooist zingende vogel (Vogel Top 100 – de merel zingt het mooist – Vroege Vogels – BNNVARA) . De soort die je in het voorjaar op onwelgevallig vroege tijden wakker zingt.  

  1. Zanglijster (Helmut Schaffer)

De slome puber van het stel. Geen Nederlandse soort zingt zo langzaam als de zanglijster. Mooie, heldere elementen, maar traag. En met veel, vaak secondenlange pauzes. Zingt bijna jaarrond. 

  1. Roodborst (Manuel Grosselet)

Eigenlijk zingen ze een beetje vals. Maar karakteristiek is het wel. 

  1. Winterkoning (Olivier Swift)

Iemand wil hier compenseren voor een gebrek aan formaat… De op twee na kleinste broedvogel van Europa produceert een hoop volume. Het ‘trillertje’ middenin is kenmerkend.  

  1. Heggenmus (Lars Edenius)

De zang is als het vogeltje zelf: fraai in zijn eenvoud. Heel vroeg in het voorjaar, vanaf eind februari en maart, is het vaak de enige vogel die volop zingt. 

  1. Groenling (Jacob Ramil Millarengo)

In menig woonwijk, maar ook in natuurgebieden te beluisteren. De zang klinkt eigenlijk meer als een roep en doet denken aan een scheidsrechtersfluitje. En soms is er een zangelement dat wat wegheeft van Max Verstappen die met zijn bolide door de bocht scheurt.

  1. Pimpelmees (Olivier Swift – boven) en 
  2. Koolmees (Uka Paal – onder)

Koolmees zingt en roept heel variabel. Soms lijken ze best op de pimpelmees, maar andersom eigenlijk nooit! Het is in elk geval handig om te weten dat je één van de twee voor je hebt. 

  1. Fitis (Lars Edenius)

De boodschapper van het voorjaar zingt van eind maart tot in juni, soms juli. Hij begint vol goede moed, maar lijkt tijdens zijn lied steeds onzekerder en melancholischer te worden. 

  1. Vink

Een algemene bosvogel die ook in parken en tuinen broedt, bekend om de ‘vinkenslag’ helemaal aan het einde van zijn zang.  

Vink mannetje
Vink mannetje. Fotograaf: Jurgen Maassen

3: Apps: een vloek en een zegen

Er zijn apps op de markt waarmee je geluiden op kunt nemen en die je dan vervolgens helpen met de determinatie van de vogelzang.  Ze geven een procentuele kans dat het soort x of y is. Je krijgt dan bijvoorbeeld: 89% match met zwartkop, 39% tuinfluiter en 23% grasmus. Dat kan handig zijn als je geen idee hebt wat je hoort of als je juist twijfelt tussen twee soorten. Alleen: mensen leren dieper als ze zelf ergens achter komen dan wanneer iets wordt voorgezegd. En je wilt juist dat het blijft hangen. Er is dus ook een valkuil. Wat je beter kunt doen is de app gebruiken als check van je eigen vermoedens. 

4: Verzin ezelsbruggetjes voor vogelzang

Bedenk ezelsbruggetjes die je makkelijk onthoudt. Bij excursies vertel ik bijvoorbeeld over het bekende struikelblok zwartkop of tuinfluiter: zwartkop is de sweet talker die met zoete woordjes wil verleidenTuinfluiter (Marc Anderson) is de ruwe bolster die dat snel en met rauwe, stoere praat probeert.

  Of deze voor jou werkt, weet ik niet, maar het principe van ezelbruggetjes zelf werkt goed!  

Zingende Tuinfluiter
Zingende Tuinfluiter. Fotograaf: Bert Ooms

5: Gebruik je telefoon

Tot slot: gebruik je telefoon! Je kunt ieder geluid als ringtone én alarm instellen, dus ook vogelzang. Neem er twee van die twaalf en gebruik die wekenlang. Dat werkt als een wasmiddelreclame: bloedirritant, maar je onthoudt het wel. Dat je op de fiets zit, denkt dat je gebeld wordt (of op moet staan), maar dan blijkt het een echte Zwartkop te zijn! Ik doe dat zelf ook voor doelsoorten die ik op verre reizen wil zien. Zo had ik eerder dit jaar de heimelijk levende Indian Pitta (Oscar Campbell) als wekker. En wat denk je? Gezien in India!  

Iemand wil hier compenseren voor een gebrek aan formaat… De op twee na kleinste broedvogel van Europa produceert een hoop volume. Het ‘trillertje’ middenin is kenmerkend.  

  1. Heggenmus (Lars Edenius)

“Hoe doe je dat toch?“ Tijdens excursies hoor ik die verzuchting vaak als ik in de kakofonie van het ochtendkoor vertel welke soort waar zingt. Maar iedereen kan het leren en je moet ergens beginnen. Hier zijn vijf trucs die je helpen vogelzang sneller te leren kennen en onthouden.     

1: Geduld…

Misschien een beetje flauw, maar: geduld! Vogelzang internaliseer je niet in één voorjaar. Net als je die gekraagde roodstaart (Bodo Sonnenburg) 

of braamsluiper (Nicolas Martinez) 

onder de knie hebt, trekt de soort weg en hoor je ‘m een maand of negen, tien niet meer. Het voorjaar erop wil het kwartje dan vaak niet meteen vallen (‘wat was dat ook alweer?’). Maar juist dat is een belangrijk onderdeel van het leerproces. En vergeet niet: het is ook veel, met al die soorten, variatie, zang en roep enz. 

2: Twaalf geluiden om op te focussen

Probeer daarom niet alles in één keer, maar concentreer je eerst op de meest courante geluiden. Begin met deze twaalf soorten en breidt daarna uit.  

  1. Tjiftjaf (Olivier Swift)

Meestal tussen maart en augustus te horen, maar incidenteel ook in andere maanden. Een makkelijke, want een onomatopee: met een beetje fantasie zingt hij zijn eigen naam.  

  1. Zwartkop (Lars Edenius)

Stiekem heel algemeen. Dat merk je als je de vogelzang van deze soort kent. Te horen van eind maart tot in juli. 

Zingende mannetjes Zwartkop
Zingende zwartkop. Fotograaf: Michel Geven
  1. Merel (Helmut Schaffer)

Na een verkiezing gebombardeerd tot mooist zingende vogel (Vogel Top 100 – de merel zingt het mooist – Vroege Vogels – BNNVARA) . De soort die je in het voorjaar op onwelgevallig vroege tijden wakker zingt.  

  1. Zanglijster (Helmut Schaffer)

De slome puber van het stel. Geen Nederlandse soort zingt zo langzaam als de zanglijster. Mooie, heldere elementen, maar traag. En met veel, vaak secondenlange pauzes. Zingt bijna jaarrond. 

  1. Roodborst (Manuel Grosselet)

Eigenlijk zingen ze een beetje vals. Maar karakteristiek is het wel. 

  1. Winterkoning (Olivier Swift)

Iemand wil hier compenseren voor een gebrek aan formaat… De op twee na kleinste broedvogel van Europa produceert een hoop volume. Het ‘trillertje’ middenin is kenmerkend.  

  1. Heggenmus (Lars Edenius)

De zang is als het vogeltje zelf: fraai in zijn eenvoud. Heel vroeg in het voorjaar, vanaf eind februari en maart, is het vaak de enige vogel die volop zingt. 

  1. Groenling (Jacob Ramil Millarengo)

In menig woonwijk, maar ook in natuurgebieden te beluisteren. De zang klinkt eigenlijk meer als een roep en doet denken aan een scheidsrechtersfluitje. En soms is er een zangelement dat wat wegheeft van Max Verstappen die met zijn bolide door de bocht scheurt.

  1. Pimpelmees (Olivier Swift – boven) en 
  2. Koolmees (Uka Paal – onder)

Koolmees zingt en roept heel variabel. Soms lijken ze best op de pimpelmees, maar andersom eigenlijk nooit! Het is in elk geval handig om te weten dat je één van de twee voor je hebt. 

  1. Fitis (Lars Edenius)

De boodschapper van het voorjaar zingt van eind maart tot in juni, soms juli. Hij begint vol goede moed, maar lijkt tijdens zijn lied steeds onzekerder en melancholischer te worden. 

  1. Vink

Een algemene bosvogel die ook in parken en tuinen broedt, bekend om de ‘vinkenslag’ helemaal aan het einde van zijn zang.  

Vink mannetje
Vink mannetje. Fotograaf: Jurgen Maassen

3: Apps: een vloek en een zegen

Er zijn apps op de markt waarmee je geluiden op kunt nemen en die je dan vervolgens helpen met de determinatie van de vogelzang.  Ze geven een procentuele kans dat het soort x of y is. Je krijgt dan bijvoorbeeld: 89% match met zwartkop, 39% tuinfluiter en 23% grasmus. Dat kan handig zijn als je geen idee hebt wat je hoort of als je juist twijfelt tussen twee soorten. Alleen: mensen leren dieper als ze zelf ergens achter komen dan wanneer iets wordt voorgezegd. En je wilt juist dat het blijft hangen. Er is dus ook een valkuil. Wat je beter kunt doen is de app gebruiken als check van je eigen vermoedens. 

4: Verzin ezelsbruggetjes voor vogelzang

Bedenk ezelsbruggetjes die je makkelijk onthoudt. Bij excursies vertel ik bijvoorbeeld over het bekende struikelblok zwartkop of tuinfluiter: zwartkop is de sweet talker die met zoete woordjes wil verleidenTuinfluiter (Marc Anderson) is de ruwe bolster die dat snel en met rauwe, stoere praat probeert.

  Of deze voor jou werkt, weet ik niet, maar het principe van ezelbruggetjes zelf werkt goed!  

Zingende Tuinfluiter
Zingende Tuinfluiter. Fotograaf: Bert Ooms

5: Gebruik je telefoon

Tot slot: gebruik je telefoon! Je kunt ieder geluid als ringtone én alarm instellen, dus ook vogelzang. Neem er twee van die twaalf en gebruik die wekenlang. Dat werkt als een wasmiddelreclame: bloedirritant, maar je onthoudt het wel. Dat je op de fiets zit, denkt dat je gebeld wordt (of op moet staan), maar dan blijkt het een echte Zwartkop te zijn! Ik doe dat zelf ook voor doelsoorten die ik op verre reizen wil zien. Zo had ik eerder dit jaar de heimelijk levende Indian Pitta (Oscar Campbell) als wekker. En wat denk je? Gezien in India!  

De zang is als het vogeltje zelf: fraai in zijn eenvoud. Heel vroeg in het voorjaar, vanaf eind februari en maart, is het vaak de enige vogel die volop zingt. 

  1. Groenling (Jacob Ramil Millarengo)

“Hoe doe je dat toch?“ Tijdens excursies hoor ik die verzuchting vaak als ik in de kakofonie van het ochtendkoor vertel welke soort waar zingt. Maar iedereen kan het leren en je moet ergens beginnen. Hier zijn vijf trucs die je helpen vogelzang sneller te leren kennen en onthouden.     

1: Geduld…

Misschien een beetje flauw, maar: geduld! Vogelzang internaliseer je niet in één voorjaar. Net als je die gekraagde roodstaart (Bodo Sonnenburg) 

of braamsluiper (Nicolas Martinez) 

onder de knie hebt, trekt de soort weg en hoor je ‘m een maand of negen, tien niet meer. Het voorjaar erop wil het kwartje dan vaak niet meteen vallen (‘wat was dat ook alweer?’). Maar juist dat is een belangrijk onderdeel van het leerproces. En vergeet niet: het is ook veel, met al die soorten, variatie, zang en roep enz. 

2: Twaalf geluiden om op te focussen

Probeer daarom niet alles in één keer, maar concentreer je eerst op de meest courante geluiden. Begin met deze twaalf soorten en breidt daarna uit.  

  1. Tjiftjaf (Olivier Swift)

Meestal tussen maart en augustus te horen, maar incidenteel ook in andere maanden. Een makkelijke, want een onomatopee: met een beetje fantasie zingt hij zijn eigen naam.  

  1. Zwartkop (Lars Edenius)

Stiekem heel algemeen. Dat merk je als je de vogelzang van deze soort kent. Te horen van eind maart tot in juli. 

Zingende mannetjes Zwartkop
Zingende zwartkop. Fotograaf: Michel Geven
  1. Merel (Helmut Schaffer)

Na een verkiezing gebombardeerd tot mooist zingende vogel (Vogel Top 100 – de merel zingt het mooist – Vroege Vogels – BNNVARA) . De soort die je in het voorjaar op onwelgevallig vroege tijden wakker zingt.  

  1. Zanglijster (Helmut Schaffer)

De slome puber van het stel. Geen Nederlandse soort zingt zo langzaam als de zanglijster. Mooie, heldere elementen, maar traag. En met veel, vaak secondenlange pauzes. Zingt bijna jaarrond. 

  1. Roodborst (Manuel Grosselet)

Eigenlijk zingen ze een beetje vals. Maar karakteristiek is het wel. 

  1. Winterkoning (Olivier Swift)

Iemand wil hier compenseren voor een gebrek aan formaat… De op twee na kleinste broedvogel van Europa produceert een hoop volume. Het ‘trillertje’ middenin is kenmerkend.  

  1. Heggenmus (Lars Edenius)

De zang is als het vogeltje zelf: fraai in zijn eenvoud. Heel vroeg in het voorjaar, vanaf eind februari en maart, is het vaak de enige vogel die volop zingt. 

  1. Groenling (Jacob Ramil Millarengo)

In menig woonwijk, maar ook in natuurgebieden te beluisteren. De zang klinkt eigenlijk meer als een roep en doet denken aan een scheidsrechtersfluitje. En soms is er een zangelement dat wat wegheeft van Max Verstappen die met zijn bolide door de bocht scheurt.

  1. Pimpelmees (Olivier Swift – boven) en 
  2. Koolmees (Uka Paal – onder)

Koolmees zingt en roept heel variabel. Soms lijken ze best op de pimpelmees, maar andersom eigenlijk nooit! Het is in elk geval handig om te weten dat je één van de twee voor je hebt. 

  1. Fitis (Lars Edenius)

De boodschapper van het voorjaar zingt van eind maart tot in juni, soms juli. Hij begint vol goede moed, maar lijkt tijdens zijn lied steeds onzekerder en melancholischer te worden. 

  1. Vink

Een algemene bosvogel die ook in parken en tuinen broedt, bekend om de ‘vinkenslag’ helemaal aan het einde van zijn zang.  

Vink mannetje
Vink mannetje. Fotograaf: Jurgen Maassen

3: Apps: een vloek en een zegen

Er zijn apps op de markt waarmee je geluiden op kunt nemen en die je dan vervolgens helpen met de determinatie van de vogelzang.  Ze geven een procentuele kans dat het soort x of y is. Je krijgt dan bijvoorbeeld: 89% match met zwartkop, 39% tuinfluiter en 23% grasmus. Dat kan handig zijn als je geen idee hebt wat je hoort of als je juist twijfelt tussen twee soorten. Alleen: mensen leren dieper als ze zelf ergens achter komen dan wanneer iets wordt voorgezegd. En je wilt juist dat het blijft hangen. Er is dus ook een valkuil. Wat je beter kunt doen is de app gebruiken als check van je eigen vermoedens. 

4: Verzin ezelsbruggetjes voor vogelzang

Bedenk ezelsbruggetjes die je makkelijk onthoudt. Bij excursies vertel ik bijvoorbeeld over het bekende struikelblok zwartkop of tuinfluiter: zwartkop is de sweet talker die met zoete woordjes wil verleidenTuinfluiter (Marc Anderson) is de ruwe bolster die dat snel en met rauwe, stoere praat probeert.

  Of deze voor jou werkt, weet ik niet, maar het principe van ezelbruggetjes zelf werkt goed!  

Zingende Tuinfluiter
Zingende Tuinfluiter. Fotograaf: Bert Ooms

5: Gebruik je telefoon

Tot slot: gebruik je telefoon! Je kunt ieder geluid als ringtone én alarm instellen, dus ook vogelzang. Neem er twee van die twaalf en gebruik die wekenlang. Dat werkt als een wasmiddelreclame: bloedirritant, maar je onthoudt het wel. Dat je op de fiets zit, denkt dat je gebeld wordt (of op moet staan), maar dan blijkt het een echte Zwartkop te zijn! Ik doe dat zelf ook voor doelsoorten die ik op verre reizen wil zien. Zo had ik eerder dit jaar de heimelijk levende Indian Pitta (Oscar Campbell) als wekker. En wat denk je? Gezien in India!  

In menig woonwijk, maar ook in natuurgebieden te beluisteren. De zang klinkt eigenlijk meer als een roep en doet denken aan een scheidsrechtersfluitje. En soms is er een zangelement dat wat wegheeft van Max Verstappen die met zijn bolide door de bocht scheurt.

  1. Pimpelmees (Olivier Swift – boven) en 
  2. Koolmees (Uka Paal – onder)

“Hoe doe je dat toch?“ Tijdens excursies hoor ik die verzuchting vaak als ik in de kakofonie van het ochtendkoor vertel welke soort waar zingt. Maar iedereen kan het leren en je moet ergens beginnen. Hier zijn vijf trucs die je helpen vogelzang sneller te leren kennen en onthouden.     

1: Geduld…

Misschien een beetje flauw, maar: geduld! Vogelzang internaliseer je niet in één voorjaar. Net als je die gekraagde roodstaart (Bodo Sonnenburg) 

of braamsluiper (Nicolas Martinez) 

onder de knie hebt, trekt de soort weg en hoor je ‘m een maand of negen, tien niet meer. Het voorjaar erop wil het kwartje dan vaak niet meteen vallen (‘wat was dat ook alweer?’). Maar juist dat is een belangrijk onderdeel van het leerproces. En vergeet niet: het is ook veel, met al die soorten, variatie, zang en roep enz. 

2: Twaalf geluiden om op te focussen

Probeer daarom niet alles in één keer, maar concentreer je eerst op de meest courante geluiden. Begin met deze twaalf soorten en breidt daarna uit.  

  1. Tjiftjaf (Olivier Swift)

Meestal tussen maart en augustus te horen, maar incidenteel ook in andere maanden. Een makkelijke, want een onomatopee: met een beetje fantasie zingt hij zijn eigen naam.  

  1. Zwartkop (Lars Edenius)

Stiekem heel algemeen. Dat merk je als je de vogelzang van deze soort kent. Te horen van eind maart tot in juli. 

Zingende mannetjes Zwartkop
Zingende zwartkop. Fotograaf: Michel Geven
  1. Merel (Helmut Schaffer)

Na een verkiezing gebombardeerd tot mooist zingende vogel (Vogel Top 100 – de merel zingt het mooist – Vroege Vogels – BNNVARA) . De soort die je in het voorjaar op onwelgevallig vroege tijden wakker zingt.  

  1. Zanglijster (Helmut Schaffer)

De slome puber van het stel. Geen Nederlandse soort zingt zo langzaam als de zanglijster. Mooie, heldere elementen, maar traag. En met veel, vaak secondenlange pauzes. Zingt bijna jaarrond. 

  1. Roodborst (Manuel Grosselet)

Eigenlijk zingen ze een beetje vals. Maar karakteristiek is het wel. 

  1. Winterkoning (Olivier Swift)

Iemand wil hier compenseren voor een gebrek aan formaat… De op twee na kleinste broedvogel van Europa produceert een hoop volume. Het ‘trillertje’ middenin is kenmerkend.  

  1. Heggenmus (Lars Edenius)

De zang is als het vogeltje zelf: fraai in zijn eenvoud. Heel vroeg in het voorjaar, vanaf eind februari en maart, is het vaak de enige vogel die volop zingt. 

  1. Groenling (Jacob Ramil Millarengo)

In menig woonwijk, maar ook in natuurgebieden te beluisteren. De zang klinkt eigenlijk meer als een roep en doet denken aan een scheidsrechtersfluitje. En soms is er een zangelement dat wat wegheeft van Max Verstappen die met zijn bolide door de bocht scheurt.

  1. Pimpelmees (Olivier Swift – boven) en 
  2. Koolmees (Uka Paal – onder)

Koolmees zingt en roept heel variabel. Soms lijken ze best op de pimpelmees, maar andersom eigenlijk nooit! Het is in elk geval handig om te weten dat je één van de twee voor je hebt. 

  1. Fitis (Lars Edenius)

De boodschapper van het voorjaar zingt van eind maart tot in juni, soms juli. Hij begint vol goede moed, maar lijkt tijdens zijn lied steeds onzekerder en melancholischer te worden. 

  1. Vink

Een algemene bosvogel die ook in parken en tuinen broedt, bekend om de ‘vinkenslag’ helemaal aan het einde van zijn zang.  

Vink mannetje
Vink mannetje. Fotograaf: Jurgen Maassen

3: Apps: een vloek en een zegen

Er zijn apps op de markt waarmee je geluiden op kunt nemen en die je dan vervolgens helpen met de determinatie van de vogelzang.  Ze geven een procentuele kans dat het soort x of y is. Je krijgt dan bijvoorbeeld: 89% match met zwartkop, 39% tuinfluiter en 23% grasmus. Dat kan handig zijn als je geen idee hebt wat je hoort of als je juist twijfelt tussen twee soorten. Alleen: mensen leren dieper als ze zelf ergens achter komen dan wanneer iets wordt voorgezegd. En je wilt juist dat het blijft hangen. Er is dus ook een valkuil. Wat je beter kunt doen is de app gebruiken als check van je eigen vermoedens. 

4: Verzin ezelsbruggetjes voor vogelzang

Bedenk ezelsbruggetjes die je makkelijk onthoudt. Bij excursies vertel ik bijvoorbeeld over het bekende struikelblok zwartkop of tuinfluiter: zwartkop is de sweet talker die met zoete woordjes wil verleidenTuinfluiter (Marc Anderson) is de ruwe bolster die dat snel en met rauwe, stoere praat probeert.

  Of deze voor jou werkt, weet ik niet, maar het principe van ezelbruggetjes zelf werkt goed!  

Zingende Tuinfluiter
Zingende Tuinfluiter. Fotograaf: Bert Ooms

5: Gebruik je telefoon

Tot slot: gebruik je telefoon! Je kunt ieder geluid als ringtone én alarm instellen, dus ook vogelzang. Neem er twee van die twaalf en gebruik die wekenlang. Dat werkt als een wasmiddelreclame: bloedirritant, maar je onthoudt het wel. Dat je op de fiets zit, denkt dat je gebeld wordt (of op moet staan), maar dan blijkt het een echte Zwartkop te zijn! Ik doe dat zelf ook voor doelsoorten die ik op verre reizen wil zien. Zo had ik eerder dit jaar de heimelijk levende Indian Pitta (Oscar Campbell) als wekker. En wat denk je? Gezien in India!  

“Hoe doe je dat toch?“ Tijdens excursies hoor ik die verzuchting vaak als ik in de kakofonie van het ochtendkoor vertel welke soort waar zingt. Maar iedereen kan het leren en je moet ergens beginnen. Hier zijn vijf trucs die je helpen vogelzang sneller te leren kennen en onthouden.     

1: Geduld…

Misschien een beetje flauw, maar: geduld! Vogelzang internaliseer je niet in één voorjaar. Net als je die gekraagde roodstaart (Bodo Sonnenburg) 

of braamsluiper (Nicolas Martinez) 

onder de knie hebt, trekt de soort weg en hoor je ‘m een maand of negen, tien niet meer. Het voorjaar erop wil het kwartje dan vaak niet meteen vallen (‘wat was dat ook alweer?’). Maar juist dat is een belangrijk onderdeel van het leerproces. En vergeet niet: het is ook veel, met al die soorten, variatie, zang en roep enz. 

2: Twaalf geluiden om op te focussen

Probeer daarom niet alles in één keer, maar concentreer je eerst op de meest courante geluiden. Begin met deze twaalf soorten en breidt daarna uit.  

  1. Tjiftjaf (Olivier Swift)

Meestal tussen maart en augustus te horen, maar incidenteel ook in andere maanden. Een makkelijke, want een onomatopee: met een beetje fantasie zingt hij zijn eigen naam.  

  1. Zwartkop (Lars Edenius)

Stiekem heel algemeen. Dat merk je als je de vogelzang van deze soort kent. Te horen van eind maart tot in juli. 

Zingende mannetjes Zwartkop
Zingende zwartkop. Fotograaf: Michel Geven
  1. Merel (Helmut Schaffer)

Na een verkiezing gebombardeerd tot mooist zingende vogel (Vogel Top 100 – de merel zingt het mooist – Vroege Vogels – BNNVARA) . De soort die je in het voorjaar op onwelgevallig vroege tijden wakker zingt.  

  1. Zanglijster (Helmut Schaffer)

De slome puber van het stel. Geen Nederlandse soort zingt zo langzaam als de zanglijster. Mooie, heldere elementen, maar traag. En met veel, vaak secondenlange pauzes. Zingt bijna jaarrond. 

  1. Roodborst (Manuel Grosselet)

Eigenlijk zingen ze een beetje vals. Maar karakteristiek is het wel. 

  1. Winterkoning (Olivier Swift)

Iemand wil hier compenseren voor een gebrek aan formaat… De op twee na kleinste broedvogel van Europa produceert een hoop volume. Het ‘trillertje’ middenin is kenmerkend.  

  1. Heggenmus (Lars Edenius)

De zang is als het vogeltje zelf: fraai in zijn eenvoud. Heel vroeg in het voorjaar, vanaf eind februari en maart, is het vaak de enige vogel die volop zingt. 

  1. Groenling (Jacob Ramil Millarengo)

In menig woonwijk, maar ook in natuurgebieden te beluisteren. De zang klinkt eigenlijk meer als een roep en doet denken aan een scheidsrechtersfluitje. En soms is er een zangelement dat wat wegheeft van Max Verstappen die met zijn bolide door de bocht scheurt.

  1. Pimpelmees (Olivier Swift – boven) en 
  2. Koolmees (Uka Paal – onder)

Koolmees zingt en roept heel variabel. Soms lijken ze best op de pimpelmees, maar andersom eigenlijk nooit! Het is in elk geval handig om te weten dat je één van de twee voor je hebt. 

  1. Fitis (Lars Edenius)

De boodschapper van het voorjaar zingt van eind maart tot in juni, soms juli. Hij begint vol goede moed, maar lijkt tijdens zijn lied steeds onzekerder en melancholischer te worden. 

  1. Vink

Een algemene bosvogel die ook in parken en tuinen broedt, bekend om de ‘vinkenslag’ helemaal aan het einde van zijn zang.  

Vink mannetje
Vink mannetje. Fotograaf: Jurgen Maassen

3: Apps: een vloek en een zegen

Er zijn apps op de markt waarmee je geluiden op kunt nemen en die je dan vervolgens helpen met de determinatie van de vogelzang.  Ze geven een procentuele kans dat het soort x of y is. Je krijgt dan bijvoorbeeld: 89% match met zwartkop, 39% tuinfluiter en 23% grasmus. Dat kan handig zijn als je geen idee hebt wat je hoort of als je juist twijfelt tussen twee soorten. Alleen: mensen leren dieper als ze zelf ergens achter komen dan wanneer iets wordt voorgezegd. En je wilt juist dat het blijft hangen. Er is dus ook een valkuil. Wat je beter kunt doen is de app gebruiken als check van je eigen vermoedens. 

4: Verzin ezelsbruggetjes voor vogelzang

Bedenk ezelsbruggetjes die je makkelijk onthoudt. Bij excursies vertel ik bijvoorbeeld over het bekende struikelblok zwartkop of tuinfluiter: zwartkop is de sweet talker die met zoete woordjes wil verleidenTuinfluiter (Marc Anderson) is de ruwe bolster die dat snel en met rauwe, stoere praat probeert.

  Of deze voor jou werkt, weet ik niet, maar het principe van ezelbruggetjes zelf werkt goed!  

Zingende Tuinfluiter
Zingende Tuinfluiter. Fotograaf: Bert Ooms

5: Gebruik je telefoon

Tot slot: gebruik je telefoon! Je kunt ieder geluid als ringtone én alarm instellen, dus ook vogelzang. Neem er twee van die twaalf en gebruik die wekenlang. Dat werkt als een wasmiddelreclame: bloedirritant, maar je onthoudt het wel. Dat je op de fiets zit, denkt dat je gebeld wordt (of op moet staan), maar dan blijkt het een echte Zwartkop te zijn! Ik doe dat zelf ook voor doelsoorten die ik op verre reizen wil zien. Zo had ik eerder dit jaar de heimelijk levende Indian Pitta (Oscar Campbell) als wekker. En wat denk je? Gezien in India!  

Koolmees zingt en roept heel variabel. Soms lijken ze best op de pimpelmees, maar andersom eigenlijk nooit! Het is in elk geval handig om te weten dat je één van de twee voor je hebt. 

  1. Fitis (Lars Edenius)

“Hoe doe je dat toch?“ Tijdens excursies hoor ik die verzuchting vaak als ik in de kakofonie van het ochtendkoor vertel welke soort waar zingt. Maar iedereen kan het leren en je moet ergens beginnen. Hier zijn vijf trucs die je helpen vogelzang sneller te leren kennen en onthouden.     

1: Geduld…

Misschien een beetje flauw, maar: geduld! Vogelzang internaliseer je niet in één voorjaar. Net als je die gekraagde roodstaart (Bodo Sonnenburg) 

of braamsluiper (Nicolas Martinez) 

onder de knie hebt, trekt de soort weg en hoor je ‘m een maand of negen, tien niet meer. Het voorjaar erop wil het kwartje dan vaak niet meteen vallen (‘wat was dat ook alweer?’). Maar juist dat is een belangrijk onderdeel van het leerproces. En vergeet niet: het is ook veel, met al die soorten, variatie, zang en roep enz. 

2: Twaalf geluiden om op te focussen

Probeer daarom niet alles in één keer, maar concentreer je eerst op de meest courante geluiden. Begin met deze twaalf soorten en breidt daarna uit.  

  1. Tjiftjaf (Olivier Swift)

Meestal tussen maart en augustus te horen, maar incidenteel ook in andere maanden. Een makkelijke, want een onomatopee: met een beetje fantasie zingt hij zijn eigen naam.  

  1. Zwartkop (Lars Edenius)

Stiekem heel algemeen. Dat merk je als je de vogelzang van deze soort kent. Te horen van eind maart tot in juli. 

Zingende mannetjes Zwartkop
Zingende zwartkop. Fotograaf: Michel Geven
  1. Merel (Helmut Schaffer)

Na een verkiezing gebombardeerd tot mooist zingende vogel (Vogel Top 100 – de merel zingt het mooist – Vroege Vogels – BNNVARA) . De soort die je in het voorjaar op onwelgevallig vroege tijden wakker zingt.  

  1. Zanglijster (Helmut Schaffer)

De slome puber van het stel. Geen Nederlandse soort zingt zo langzaam als de zanglijster. Mooie, heldere elementen, maar traag. En met veel, vaak secondenlange pauzes. Zingt bijna jaarrond. 

  1. Roodborst (Manuel Grosselet)

Eigenlijk zingen ze een beetje vals. Maar karakteristiek is het wel. 

  1. Winterkoning (Olivier Swift)

Iemand wil hier compenseren voor een gebrek aan formaat… De op twee na kleinste broedvogel van Europa produceert een hoop volume. Het ‘trillertje’ middenin is kenmerkend.  

  1. Heggenmus (Lars Edenius)

De zang is als het vogeltje zelf: fraai in zijn eenvoud. Heel vroeg in het voorjaar, vanaf eind februari en maart, is het vaak de enige vogel die volop zingt. 

  1. Groenling (Jacob Ramil Millarengo)

In menig woonwijk, maar ook in natuurgebieden te beluisteren. De zang klinkt eigenlijk meer als een roep en doet denken aan een scheidsrechtersfluitje. En soms is er een zangelement dat wat wegheeft van Max Verstappen die met zijn bolide door de bocht scheurt.

  1. Pimpelmees (Olivier Swift – boven) en 
  2. Koolmees (Uka Paal – onder)

Koolmees zingt en roept heel variabel. Soms lijken ze best op de pimpelmees, maar andersom eigenlijk nooit! Het is in elk geval handig om te weten dat je één van de twee voor je hebt. 

  1. Fitis (Lars Edenius)

De boodschapper van het voorjaar zingt van eind maart tot in juni, soms juli. Hij begint vol goede moed, maar lijkt tijdens zijn lied steeds onzekerder en melancholischer te worden. 

  1. Vink

Een algemene bosvogel die ook in parken en tuinen broedt, bekend om de ‘vinkenslag’ helemaal aan het einde van zijn zang.  

Vink mannetje
Vink mannetje. Fotograaf: Jurgen Maassen

3: Apps: een vloek en een zegen

Er zijn apps op de markt waarmee je geluiden op kunt nemen en die je dan vervolgens helpen met de determinatie van de vogelzang.  Ze geven een procentuele kans dat het soort x of y is. Je krijgt dan bijvoorbeeld: 89% match met zwartkop, 39% tuinfluiter en 23% grasmus. Dat kan handig zijn als je geen idee hebt wat je hoort of als je juist twijfelt tussen twee soorten. Alleen: mensen leren dieper als ze zelf ergens achter komen dan wanneer iets wordt voorgezegd. En je wilt juist dat het blijft hangen. Er is dus ook een valkuil. Wat je beter kunt doen is de app gebruiken als check van je eigen vermoedens. 

4: Verzin ezelsbruggetjes voor vogelzang

Bedenk ezelsbruggetjes die je makkelijk onthoudt. Bij excursies vertel ik bijvoorbeeld over het bekende struikelblok zwartkop of tuinfluiter: zwartkop is de sweet talker die met zoete woordjes wil verleidenTuinfluiter (Marc Anderson) is de ruwe bolster die dat snel en met rauwe, stoere praat probeert.

  Of deze voor jou werkt, weet ik niet, maar het principe van ezelbruggetjes zelf werkt goed!  

Zingende Tuinfluiter
Zingende Tuinfluiter. Fotograaf: Bert Ooms

5: Gebruik je telefoon

Tot slot: gebruik je telefoon! Je kunt ieder geluid als ringtone én alarm instellen, dus ook vogelzang. Neem er twee van die twaalf en gebruik die wekenlang. Dat werkt als een wasmiddelreclame: bloedirritant, maar je onthoudt het wel. Dat je op de fiets zit, denkt dat je gebeld wordt (of op moet staan), maar dan blijkt het een echte Zwartkop te zijn! Ik doe dat zelf ook voor doelsoorten die ik op verre reizen wil zien. Zo had ik eerder dit jaar de heimelijk levende Indian Pitta (Oscar Campbell) als wekker. En wat denk je? Gezien in India!  

De boodschapper van het voorjaar zingt van eind maart tot in juni, soms juli. Hij begint vol goede moed, maar lijkt tijdens zijn lied steeds onzekerder en melancholischer te worden. 

  1. Vink

“Hoe doe je dat toch?“ Tijdens excursies hoor ik die verzuchting vaak als ik in de kakofonie van het ochtendkoor vertel welke soort waar zingt. Maar iedereen kan het leren en je moet ergens beginnen. Hier zijn vijf trucs die je helpen vogelzang sneller te leren kennen en onthouden.     

1: Geduld…

Misschien een beetje flauw, maar: geduld! Vogelzang internaliseer je niet in één voorjaar. Net als je die gekraagde roodstaart (Bodo Sonnenburg) 

of braamsluiper (Nicolas Martinez) 

onder de knie hebt, trekt de soort weg en hoor je ‘m een maand of negen, tien niet meer. Het voorjaar erop wil het kwartje dan vaak niet meteen vallen (‘wat was dat ook alweer?’). Maar juist dat is een belangrijk onderdeel van het leerproces. En vergeet niet: het is ook veel, met al die soorten, variatie, zang en roep enz. 

2: Twaalf geluiden om op te focussen

Probeer daarom niet alles in één keer, maar concentreer je eerst op de meest courante geluiden. Begin met deze twaalf soorten en breidt daarna uit.  

  1. Tjiftjaf (Olivier Swift)

Meestal tussen maart en augustus te horen, maar incidenteel ook in andere maanden. Een makkelijke, want een onomatopee: met een beetje fantasie zingt hij zijn eigen naam.  

  1. Zwartkop (Lars Edenius)

Stiekem heel algemeen. Dat merk je als je de vogelzang van deze soort kent. Te horen van eind maart tot in juli. 

Zingende mannetjes Zwartkop
Zingende zwartkop. Fotograaf: Michel Geven
  1. Merel (Helmut Schaffer)

Na een verkiezing gebombardeerd tot mooist zingende vogel (Vogel Top 100 – de merel zingt het mooist – Vroege Vogels – BNNVARA) . De soort die je in het voorjaar op onwelgevallig vroege tijden wakker zingt.  

  1. Zanglijster (Helmut Schaffer)

De slome puber van het stel. Geen Nederlandse soort zingt zo langzaam als de zanglijster. Mooie, heldere elementen, maar traag. En met veel, vaak secondenlange pauzes. Zingt bijna jaarrond. 

  1. Roodborst (Manuel Grosselet)

Eigenlijk zingen ze een beetje vals. Maar karakteristiek is het wel. 

  1. Winterkoning (Olivier Swift)

Iemand wil hier compenseren voor een gebrek aan formaat… De op twee na kleinste broedvogel van Europa produceert een hoop volume. Het ‘trillertje’ middenin is kenmerkend.  

  1. Heggenmus (Lars Edenius)

De zang is als het vogeltje zelf: fraai in zijn eenvoud. Heel vroeg in het voorjaar, vanaf eind februari en maart, is het vaak de enige vogel die volop zingt. 

  1. Groenling (Jacob Ramil Millarengo)

In menig woonwijk, maar ook in natuurgebieden te beluisteren. De zang klinkt eigenlijk meer als een roep en doet denken aan een scheidsrechtersfluitje. En soms is er een zangelement dat wat wegheeft van Max Verstappen die met zijn bolide door de bocht scheurt.

  1. Pimpelmees (Olivier Swift – boven) en 
  2. Koolmees (Uka Paal – onder)

Koolmees zingt en roept heel variabel. Soms lijken ze best op de pimpelmees, maar andersom eigenlijk nooit! Het is in elk geval handig om te weten dat je één van de twee voor je hebt. 

  1. Fitis (Lars Edenius)

De boodschapper van het voorjaar zingt van eind maart tot in juni, soms juli. Hij begint vol goede moed, maar lijkt tijdens zijn lied steeds onzekerder en melancholischer te worden. 

  1. Vink

Een algemene bosvogel die ook in parken en tuinen broedt, bekend om de ‘vinkenslag’ helemaal aan het einde van zijn zang.  

Vink mannetje
Vink mannetje. Fotograaf: Jurgen Maassen

3: Apps: een vloek en een zegen

Er zijn apps op de markt waarmee je geluiden op kunt nemen en die je dan vervolgens helpen met de determinatie van de vogelzang.  Ze geven een procentuele kans dat het soort x of y is. Je krijgt dan bijvoorbeeld: 89% match met zwartkop, 39% tuinfluiter en 23% grasmus. Dat kan handig zijn als je geen idee hebt wat je hoort of als je juist twijfelt tussen twee soorten. Alleen: mensen leren dieper als ze zelf ergens achter komen dan wanneer iets wordt voorgezegd. En je wilt juist dat het blijft hangen. Er is dus ook een valkuil. Wat je beter kunt doen is de app gebruiken als check van je eigen vermoedens. 

4: Verzin ezelsbruggetjes voor vogelzang

Bedenk ezelsbruggetjes die je makkelijk onthoudt. Bij excursies vertel ik bijvoorbeeld over het bekende struikelblok zwartkop of tuinfluiter: zwartkop is de sweet talker die met zoete woordjes wil verleidenTuinfluiter (Marc Anderson) is de ruwe bolster die dat snel en met rauwe, stoere praat probeert.

  Of deze voor jou werkt, weet ik niet, maar het principe van ezelbruggetjes zelf werkt goed!  

Zingende Tuinfluiter
Zingende Tuinfluiter. Fotograaf: Bert Ooms

5: Gebruik je telefoon

Tot slot: gebruik je telefoon! Je kunt ieder geluid als ringtone én alarm instellen, dus ook vogelzang. Neem er twee van die twaalf en gebruik die wekenlang. Dat werkt als een wasmiddelreclame: bloedirritant, maar je onthoudt het wel. Dat je op de fiets zit, denkt dat je gebeld wordt (of op moet staan), maar dan blijkt het een echte Zwartkop te zijn! Ik doe dat zelf ook voor doelsoorten die ik op verre reizen wil zien. Zo had ik eerder dit jaar de heimelijk levende Indian Pitta (Oscar Campbell) als wekker. En wat denk je? Gezien in India!  

Een algemene bosvogel die ook in parken en tuinen broedt, bekend om de ‘vinkenslag’ helemaal aan het einde van zijn zang.  

Vink mannetje
Vink mannetje. Fotograaf: Jurgen Maassen

3: Apps: een vloek en een zegen

Er zijn apps op de markt waarmee je geluiden op kunt nemen en die je dan vervolgens helpen met de determinatie van de vogelzang.  Ze geven een procentuele kans dat het soort x of y is. Je krijgt dan bijvoorbeeld: 89% match met zwartkop, 39% tuinfluiter en 23% grasmus. Dat kan handig zijn als je geen idee hebt wat je hoort of als je juist twijfelt tussen twee soorten. Alleen: mensen leren dieper als ze zelf ergens achter komen dan wanneer iets wordt voorgezegd. En je wilt juist dat het blijft hangen. Er is dus ook een valkuil. Wat je beter kunt doen is de app gebruiken als check van je eigen vermoedens. 

4: Verzin ezelsbruggetjes voor vogelzang

Bedenk ezelsbruggetjes die je makkelijk onthoudt. Bij excursies vertel ik bijvoorbeeld over het bekende struikelblok zwartkop of tuinfluiter: zwartkop is de sweet talker die met zoete woordjes wil verleidenTuinfluiter (Marc Anderson) is de ruwe bolster die dat snel en met rauwe, stoere praat probeert.

“Hoe doe je dat toch?“ Tijdens excursies hoor ik die verzuchting vaak als ik in de kakofonie van het ochtendkoor vertel welke soort waar zingt. Maar iedereen kan het leren en je moet ergens beginnen. Hier zijn vijf trucs die je helpen vogelzang sneller te leren kennen en onthouden.     

1: Geduld…

Misschien een beetje flauw, maar: geduld! Vogelzang internaliseer je niet in één voorjaar. Net als je die gekraagde roodstaart (Bodo Sonnenburg) 

of braamsluiper (Nicolas Martinez) 

onder de knie hebt, trekt de soort weg en hoor je ‘m een maand of negen, tien niet meer. Het voorjaar erop wil het kwartje dan vaak niet meteen vallen (‘wat was dat ook alweer?’). Maar juist dat is een belangrijk onderdeel van het leerproces. En vergeet niet: het is ook veel, met al die soorten, variatie, zang en roep enz. 

2: Twaalf geluiden om op te focussen

Probeer daarom niet alles in één keer, maar concentreer je eerst op de meest courante geluiden. Begin met deze twaalf soorten en breidt daarna uit.  

  1. Tjiftjaf (Olivier Swift)

Meestal tussen maart en augustus te horen, maar incidenteel ook in andere maanden. Een makkelijke, want een onomatopee: met een beetje fantasie zingt hij zijn eigen naam.  

  1. Zwartkop (Lars Edenius)

Stiekem heel algemeen. Dat merk je als je de vogelzang van deze soort kent. Te horen van eind maart tot in juli. 

Zingende mannetjes Zwartkop
Zingende zwartkop. Fotograaf: Michel Geven
  1. Merel (Helmut Schaffer)

Na een verkiezing gebombardeerd tot mooist zingende vogel (Vogel Top 100 – de merel zingt het mooist – Vroege Vogels – BNNVARA) . De soort die je in het voorjaar op onwelgevallig vroege tijden wakker zingt.  

  1. Zanglijster (Helmut Schaffer)

De slome puber van het stel. Geen Nederlandse soort zingt zo langzaam als de zanglijster. Mooie, heldere elementen, maar traag. En met veel, vaak secondenlange pauzes. Zingt bijna jaarrond. 

  1. Roodborst (Manuel Grosselet)

Eigenlijk zingen ze een beetje vals. Maar karakteristiek is het wel. 

  1. Winterkoning (Olivier Swift)

Iemand wil hier compenseren voor een gebrek aan formaat… De op twee na kleinste broedvogel van Europa produceert een hoop volume. Het ‘trillertje’ middenin is kenmerkend.  

  1. Heggenmus (Lars Edenius)

De zang is als het vogeltje zelf: fraai in zijn eenvoud. Heel vroeg in het voorjaar, vanaf eind februari en maart, is het vaak de enige vogel die volop zingt. 

  1. Groenling (Jacob Ramil Millarengo)

In menig woonwijk, maar ook in natuurgebieden te beluisteren. De zang klinkt eigenlijk meer als een roep en doet denken aan een scheidsrechtersfluitje. En soms is er een zangelement dat wat wegheeft van Max Verstappen die met zijn bolide door de bocht scheurt.

  1. Pimpelmees (Olivier Swift – boven) en 
  2. Koolmees (Uka Paal – onder)

Koolmees zingt en roept heel variabel. Soms lijken ze best op de pimpelmees, maar andersom eigenlijk nooit! Het is in elk geval handig om te weten dat je één van de twee voor je hebt. 

  1. Fitis (Lars Edenius)

De boodschapper van het voorjaar zingt van eind maart tot in juni, soms juli. Hij begint vol goede moed, maar lijkt tijdens zijn lied steeds onzekerder en melancholischer te worden. 

  1. Vink

Een algemene bosvogel die ook in parken en tuinen broedt, bekend om de ‘vinkenslag’ helemaal aan het einde van zijn zang.  

Vink mannetje
Vink mannetje. Fotograaf: Jurgen Maassen

3: Apps: een vloek en een zegen

Er zijn apps op de markt waarmee je geluiden op kunt nemen en die je dan vervolgens helpen met de determinatie van de vogelzang.  Ze geven een procentuele kans dat het soort x of y is. Je krijgt dan bijvoorbeeld: 89% match met zwartkop, 39% tuinfluiter en 23% grasmus. Dat kan handig zijn als je geen idee hebt wat je hoort of als je juist twijfelt tussen twee soorten. Alleen: mensen leren dieper als ze zelf ergens achter komen dan wanneer iets wordt voorgezegd. En je wilt juist dat het blijft hangen. Er is dus ook een valkuil. Wat je beter kunt doen is de app gebruiken als check van je eigen vermoedens. 

4: Verzin ezelsbruggetjes voor vogelzang

Bedenk ezelsbruggetjes die je makkelijk onthoudt. Bij excursies vertel ik bijvoorbeeld over het bekende struikelblok zwartkop of tuinfluiter: zwartkop is de sweet talker die met zoete woordjes wil verleidenTuinfluiter (Marc Anderson) is de ruwe bolster die dat snel en met rauwe, stoere praat probeert.

  Of deze voor jou werkt, weet ik niet, maar het principe van ezelbruggetjes zelf werkt goed!  

Zingende Tuinfluiter
Zingende Tuinfluiter. Fotograaf: Bert Ooms

5: Gebruik je telefoon

Tot slot: gebruik je telefoon! Je kunt ieder geluid als ringtone én alarm instellen, dus ook vogelzang. Neem er twee van die twaalf en gebruik die wekenlang. Dat werkt als een wasmiddelreclame: bloedirritant, maar je onthoudt het wel. Dat je op de fiets zit, denkt dat je gebeld wordt (of op moet staan), maar dan blijkt het een echte Zwartkop te zijn! Ik doe dat zelf ook voor doelsoorten die ik op verre reizen wil zien. Zo had ik eerder dit jaar de heimelijk levende Indian Pitta (Oscar Campbell) als wekker. En wat denk je? Gezien in India!  

  Of deze voor jou werkt, weet ik niet, maar het principe van ezelbruggetjes zelf werkt goed!  

Zingende Tuinfluiter
Zingende Tuinfluiter. Fotograaf: Bert Ooms

5: Gebruik je telefoon

Tot slot: gebruik je telefoon! Je kunt ieder geluid als ringtone én alarm instellen, dus ook vogelzang. Neem er twee van die twaalf en gebruik die wekenlang. Dat werkt als een wasmiddelreclame: bloedirritant, maar je onthoudt het wel. Dat je op de fiets zit, denkt dat je gebeld wordt (of op moet staan), maar dan blijkt het een echte Zwartkop te zijn! Ik doe dat zelf ook voor doelsoorten die ik op verre reizen wil zien. Zo had ik eerder dit jaar de heimelijk levende Indian Pitta (Oscar Campbell) als wekker. En wat denk je? Gezien in India!  

“Hoe doe je dat toch?“ Tijdens excursies hoor ik die verzuchting vaak als ik in de kakofonie van het ochtendkoor vertel welke soort waar zingt. Maar iedereen kan het leren en je moet ergens beginnen. Hier zijn vijf trucs die je helpen vogelzang sneller te leren kennen en onthouden.     

1: Geduld…

Misschien een beetje flauw, maar: geduld! Vogelzang internaliseer je niet in één voorjaar. Net als je die gekraagde roodstaart (Bodo Sonnenburg) 

of braamsluiper (Nicolas Martinez) 

onder de knie hebt, trekt de soort weg en hoor je ‘m een maand of negen, tien niet meer. Het voorjaar erop wil het kwartje dan vaak niet meteen vallen (‘wat was dat ook alweer?’). Maar juist dat is een belangrijk onderdeel van het leerproces. En vergeet niet: het is ook veel, met al die soorten, variatie, zang en roep enz. 

2: Twaalf geluiden om op te focussen

Probeer daarom niet alles in één keer, maar concentreer je eerst op de meest courante geluiden. Begin met deze twaalf soorten en breidt daarna uit.  

  1. Tjiftjaf (Olivier Swift)

Meestal tussen maart en augustus te horen, maar incidenteel ook in andere maanden. Een makkelijke, want een onomatopee: met een beetje fantasie zingt hij zijn eigen naam.  

  1. Zwartkop (Lars Edenius)

Stiekem heel algemeen. Dat merk je als je de vogelzang van deze soort kent. Te horen van eind maart tot in juli. 

Zingende mannetjes Zwartkop
Zingende zwartkop. Fotograaf: Michel Geven
  1. Merel (Helmut Schaffer)

Na een verkiezing gebombardeerd tot mooist zingende vogel (Vogel Top 100 – de merel zingt het mooist – Vroege Vogels – BNNVARA) . De soort die je in het voorjaar op onwelgevallig vroege tijden wakker zingt.  

  1. Zanglijster (Helmut Schaffer)

De slome puber van het stel. Geen Nederlandse soort zingt zo langzaam als de zanglijster. Mooie, heldere elementen, maar traag. En met veel, vaak secondenlange pauzes. Zingt bijna jaarrond. 

  1. Roodborst (Manuel Grosselet)

Eigenlijk zingen ze een beetje vals. Maar karakteristiek is het wel. 

  1. Winterkoning (Olivier Swift)

Iemand wil hier compenseren voor een gebrek aan formaat… De op twee na kleinste broedvogel van Europa produceert een hoop volume. Het ‘trillertje’ middenin is kenmerkend.  

  1. Heggenmus (Lars Edenius)

De zang is als het vogeltje zelf: fraai in zijn eenvoud. Heel vroeg in het voorjaar, vanaf eind februari en maart, is het vaak de enige vogel die volop zingt. 

  1. Groenling (Jacob Ramil Millarengo)

In menig woonwijk, maar ook in natuurgebieden te beluisteren. De zang klinkt eigenlijk meer als een roep en doet denken aan een scheidsrechtersfluitje. En soms is er een zangelement dat wat wegheeft van Max Verstappen die met zijn bolide door de bocht scheurt.

  1. Pimpelmees (Olivier Swift – boven) en 
  2. Koolmees (Uka Paal – onder)

Koolmees zingt en roept heel variabel. Soms lijken ze best op de pimpelmees, maar andersom eigenlijk nooit! Het is in elk geval handig om te weten dat je één van de twee voor je hebt. 

  1. Fitis (Lars Edenius)

De boodschapper van het voorjaar zingt van eind maart tot in juni, soms juli. Hij begint vol goede moed, maar lijkt tijdens zijn lied steeds onzekerder en melancholischer te worden. 

  1. Vink

Een algemene bosvogel die ook in parken en tuinen broedt, bekend om de ‘vinkenslag’ helemaal aan het einde van zijn zang.  

Vink mannetje
Vink mannetje. Fotograaf: Jurgen Maassen

3: Apps: een vloek en een zegen

Er zijn apps op de markt waarmee je geluiden op kunt nemen en die je dan vervolgens helpen met de determinatie van de vogelzang.  Ze geven een procentuele kans dat het soort x of y is. Je krijgt dan bijvoorbeeld: 89% match met zwartkop, 39% tuinfluiter en 23% grasmus. Dat kan handig zijn als je geen idee hebt wat je hoort of als je juist twijfelt tussen twee soorten. Alleen: mensen leren dieper als ze zelf ergens achter komen dan wanneer iets wordt voorgezegd. En je wilt juist dat het blijft hangen. Er is dus ook een valkuil. Wat je beter kunt doen is de app gebruiken als check van je eigen vermoedens. 

4: Verzin ezelsbruggetjes voor vogelzang

Bedenk ezelsbruggetjes die je makkelijk onthoudt. Bij excursies vertel ik bijvoorbeeld over het bekende struikelblok zwartkop of tuinfluiter: zwartkop is de sweet talker die met zoete woordjes wil verleidenTuinfluiter (Marc Anderson) is de ruwe bolster die dat snel en met rauwe, stoere praat probeert.

  Of deze voor jou werkt, weet ik niet, maar het principe van ezelbruggetjes zelf werkt goed!  

Zingende Tuinfluiter
Zingende Tuinfluiter. Fotograaf: Bert Ooms

5: Gebruik je telefoon

Tot slot: gebruik je telefoon! Je kunt ieder geluid als ringtone én alarm instellen, dus ook vogelzang. Neem er twee van die twaalf en gebruik die wekenlang. Dat werkt als een wasmiddelreclame: bloedirritant, maar je onthoudt het wel. Dat je op de fiets zit, denkt dat je gebeld wordt (of op moet staan), maar dan blijkt het een echte Zwartkop te zijn! Ik doe dat zelf ook voor doelsoorten die ik op verre reizen wil zien. Zo had ik eerder dit jaar de heimelijk levende Indian Pitta (Oscar Campbell) als wekker. En wat denk je? Gezien in India!  

3 reacties

  1. Zelf de vogel determineren als je een onbekend geluid hoort, is inderdaad het beste. Je leert er het meeste van. Toch adviseer ik iedereen de geluidenherkenningsapp Merlin Bird-ID op je telefoon te zetten. Deze app werkt erg goed, veel beter dat allerlei apps die hetzelfde pretendeerden. Af en toe gebruik ik de app om een geluid te controleren. Maar ook niet-vogelaars in mijn omgeving, gebruiken de app en ze zijn helemaal verbaasd over wat er allemaal zingt. De volgende stap is natuurlijk het kopen van een verrekijker!
    Oja, de app is gratis.

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reageer op dit artikel

3 reacties

  1. Zelf de vogel determineren als je een onbekend geluid hoort, is inderdaad het beste. Je leert er het meeste van. Toch adviseer ik iedereen de geluidenherkenningsapp Merlin Bird-ID op je telefoon te zetten. Deze app werkt erg goed, veel beter dat allerlei apps die hetzelfde pretendeerden. Af en toe gebruik ik de app om een geluid te controleren. Maar ook niet-vogelaars in mijn omgeving, gebruiken de app en ze zijn helemaal verbaasd over wat er allemaal zingt. De volgende stap is natuurlijk het kopen van een verrekijker!
    Oja, de app is gratis.

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze artikelen vind je vast ook interessant: